CS4 in beeld

[jangske]

Afmetingen (2)

Afbeeldingsgrootte wijzigen voor afdruk
Wens je een foto af te drukken, zal je meer dan waarschijnlijk hiervan de resolutie moeten wijzigen.
Wanneer je de resolutie wijzigt zal, indien je geen of nauwelijks kwaliteitsverlies wenst, ook de afmetingen van de foto wijzigen.
Hoe kun je nu zien hoe groot de foto zal zijn, wanneer je deze afdrukt?
In elk geval NIET door te klikken op de knop "Afdrukgrootte" in de optiebalk van het gereedschap "Handje", noch van het gereedschap "Zoomen".



Hiervoor klik je de knop "Bestand" in de menubalk, en kies je "Afdrukken" in het drop-downmenu.
We gaan nog niet afdrukken, we gaan enkel eens kijken hoe de foto, mocht ik hem afdrukken, uit de printer zou komen.
Het afdrukvoorbeeld toont ons dat de foto veel te groot is, voor het A4-tje dat uit onze printer komt.
Nu we dit al weten, weten we al veel.
Klik je de knop "Annuleren" om het dialoogvenster te sluiten.



Vervolgens gaan we de afmetingen en het dpi van de foto aanpassen voor onze printer.
We openen het dialoogvenster "Afbeeldingsgrootte".
Mocht je vergeten zijn hoe, klik "Afbeelding" in de menubalk, en kies "Afbeeldingsgrootte" in het drop-downmenu.
Het eerste wat je kunt uitschakelen is het selectievakje "Nieuwe beeldpixels berekenen".
Dit hebben we niet nodig wanneer we een foto gaan afdrukken, weet je nog? Vorige les.
We concentreren ons volledig op de sectie "Documentgrootte".
Om een foto af te drukken op een inktjet-printer moet deze tenminste over een dpi beschikken van 220, maar liever wat meer. Maximum 360, meer kan een inktjet-printer toch niet verwerken.
Nu kun je kiezen welk vak je hier invult, welk vak je ook kiest, de twee andere zullen automatisch worden ingevuld. Dat komt omdat deze aan elkaar zijn gelinkt.

Omdat we de foto toch willen afdrukken kan je misschien het beste beginnen met het invullen van het vak "Resolutie". Deze moet een waarde hebben tussen 220 en 360, dus typ je hier bijvoorbeeld 300.
Dit zal automatisch de breedte en de hoogte invullen. Wanneer deze te hoog zijn voor hetgeen je de foto wil gebruiken, bijvoorbeeld een foto voor op de kast of een foto voor in het foto-album, die afmetingen zijn daarom niet altijd gelijk, kun je de afmetingen aanpassen.
In dit geval is voor het printen op een A4-tje, , dus typ ik 24 cm in het vak breedte, en je ziet dat onmiddellijk de resolutie wordt aangepast.
Zolang de waarde van de resolutie zich situeert rond de 300 pixels of meer, moet dit voldoen.
325 is prima, dus klik ik de knop OK.



Wanneer we de foto bekijken in Photoshop blijkt er niks veranderd.
Maar wanneer we terug gaan kijken naar het afdrukvoorbeeld, zien we dat er wel degelijk iets is veranderd.
De foto past nu namelijk perfect op ons A4-tje.

[jangske]

Kleur kiezen

In Photoshop hebben we een aantal tekengereedschappen waarvoor we een voor- en of achtergrondkleur nodig hebben.
Om deze in te stellen hebben we een aantal mogelijkheden.
Een eerste manier is de knop voor- of achtergrondkleur te klikken in de gereedschapset.
Dit opent de kleurkiezer.
In de kleurenkiezer hebben we een aantal mogelijkheden.
Een eerste mogelijkheid is de pijltjes te verplaatsen (1) in de kleurregelaar door deze te klikken en te slepen en daarna de kleur die je wenst te klikken in het kleurvenster (1).

Weet je de numerieke waarden weergegeven voor HSB (2), RGB (3), Lab (5), CMYK (6) en hexadecimale cijfers (4), dan kun je deze rechtstreeks intypen in deze vakken.

• Wanneer je kiest voor het HSB-kleurmodel, wordt de kleurtoon opgegeven in het kleurveld als een hoekwaarde tussen 0° en 360° die overeenkomt met een locatie op de kleurenschijf. De verzadiging en de helderheid worden als percentages opgegeven. In het kleurveld neemt de verzadiging van de kleur toe van links naar rechts en de helderheid van onder naar boven.
• Wanneer je kiest voor het RGB-kleurmodel, kies je een kleur door de rode, groene en blauwe componenten van een kleur te bepalen.
• Wanneer je kiest voor het Lab-kleurmodel, bepaalt de L-waarde de luminantie van een kleur. De waarde bij A geeft aan hoe rood of groen een kleur is en de waarde bij B geeft aan hoe blauw of geel een kleur is.
• Wanneer je kiest voor het CMYK-kleurmodel, kun je een kleur kiezen door de componentwaarden van de kleur op te geven als een percentage cyaan, magenta, geel en zwart.
• En je kunt een kleur kiezen door een hexadecimale waarde in te typen waarmee de R-, G- en B-componenten in een kleur worden bepaald.

Wens je enkel webveilige kleuren te kunnen kiezen, selecteer dan het vakje "Alleen webkleuren".



Een tweede manier is door middel van het deelvenster "Kleur".
Afhankelijk van de ingestelde kleurmodus zullen er in het deelvenster "Kleur" een aantal schuifregelaars te zien zijn. De kleurmodus kun je wijzigen door het naar benedenwijzend pijltje te klikken van de titelbalk (1).
Met behulp van deze schuifregelaars kun je de voorgrond- en de achtergrondkleur volgens een aantal verschillende kleurmodellen bewerken. Je kunt ook een voor- of achtergrondkleur selecteren in het kleurengrafiek dat in de kleurkiezer onder aan het deelvenster wordt weergegeven.
Is de voorgrondkleur geselecteerd en wens je de achtergrondkleur te wijzigen, klik je eerst het blokje van de "Achtergrondkleur" in het deelvenster "Kleur".

Heb je een kleur gekozen in de kleurengrafiek, en verschijnt er een "gevarendriehoek" (2), dan betekent dit dat de gekozen kleur buiten de mogelijkheden van het printen valt.
Klik je dit driehoekje, zal Photoshop een kleur instellen die zo goed mogelijk op de gekozen kleur lijkt, maar die wel binnen de afdrukmogelijkheden ligt.



Een derde manier om een kleur te kiezen is door middel van het deelvenster "Stalen".
Mocht jij dit venster niet zien, klik je de knop "Venster" in de menubalk, en kies je "Stalen" in het drop-downmenu.
Om een voorgrond te kiezen klik je de gewenste kleur in het deelvenster "Stalen".
Om een achtergrondkleur te kiezen klik je de gewenste kleur in het deelvenster, terwijl je de Ctrl-toets op je toetsenbord ingedrukt houdt.
Je kunt de kleuren in het deelvenster "Stalen" wijzigen door een ander vooraf ingestelde staalcollectie te kiezen in het menu van het deelvenster Stalen.
Klik hiervoor het naar benedenwijzend pijltje in de titelbalk van het deelvenster (1), en kies een andere "Staalcollectie".



Een vierde manier om een kleur in te stellen is door middel van het gereedschap "Pipet".


Met het pipet nemen we een monster uit de afbeelding of uit een willekeurige andere locatie op het scherm.
Je selecteert hiervoor eerst het Pipet in de gereedschapset, en klikt in de afbeelding op de kleur die je wenst in te stellen als voorgrondkleur.
Voor de achtergrondkleur doe je net hetzelfde, alleen hou je de Alt-toets op je toetsenbord ingedrukt.

Door te klikken op de optie "Monstergrootte", beslis je met hoeveel pixels Photoshop rekening moet houden om je kleur te bepalen.
"Punt" is één pixel, de rest van de andere opties wijst zichzelf wel uit. Het meest gebruikte is natuurlijk de "Punt" optie.

[jangske]

Penseeltip instellen

Dit deel van de cursus gaat niet over het gereedschap "Penseel" en hoe je hiermee tekent, maar wel over de penseeltip. Of in andere woorden "de punt van het penseel".
De penseeltip is niet enkel een optie voor het gereedschap "Penseel", maar nog een aantal andere. Bijvoorbeeld voor het "Retoucheerpenseel", het "Potlood", het "Gummetje", elk gereedschap waar je de optie "Penseel" vindt in de optiebalk.



Wat je zou moeten weten, wanneer je werkt met een gereedschap dat beschikt over de optie "Penseel" is, hoe je hiervan de diameter en de hardheid wijzigt op een vlugge manier.
Een eerste manier is het naar benedenwijzend pijltje te klikken, naast deze optie in de "Optiebalk". Dit opent penselenpalet waar je beide opties kunt wijzigen door te klikken en te slepen met de schuifregelaars.



Hoe hoger het percentage van de hardheid, hoe harder de rand. Hoe lager het percentage van de hardheid, hoe zachter, of hoe transparanter de rand.
Een tweede, en iets vlugger manier is te rechtsklikken in de afbeelding. Dit opent hetzelfde penselenpalet.
Het probleem echter bij beide manieren is dat je geen flauw idee hebt hoe groot je penseeltip wel is. Je ziet dit niet.

Een derde manier is door middel van de sneltoets.
Dit gaat niet alleen veel sneller, maar je ziet "Live" de grootte van de tip.
Hier is echter een verschil tussen de Nederlanders en de Belgen, of beter gezegd de QWERTY- en de AZERTY-toetsenbordgebruikers.
Een QWERTY gebruiker klikt voor het aanpassen van de diameter op het "vierkante haakje" op het toetsenbord. Het rechtse haakje ] om de diameter te vergoten, het linkse haakje [ om de diameter te verkleinen. Houd deze daarbij de Shift-toets op zijn toetsenbord ingedrukt, dan wordt de hardheid van het penseel ook aangepast.
Voor een AZERTY gebruiker hebben ze bij Photoshop geen rekening gehouden.
Deze zal de instelling voor deze opties manueel moeten instellen.
Klik hiervoor "Bewerken" in de menubalk, en kies "Sneltoetsen" in het drop-downmenu.
In het dialoogvenster dat verschijnt kies je "Gereedschappen" in het vak "Sneltoetsen voor:" (1).
Je scrollt in het lijstje helemaal naar onder en geeft een sneltoets in voor de optie "Penseel verkleinen" en voor de optie "Penseel vergroten" (2).
Klik op de ingestelde sneltoets, het vierkante haakje, en geef de sneltoets in die jij wil gebruiken. Let er op dat deze nog niet in gebruik is.
Ik gebruik hiervoor de toetsen "open de haakjes" "en sluit de haakjes".

Wanneer je nu ook nog de sneltoetsen om het penseel zachter en harder te maken in je kopje steekt, kun je op een vrij vlotte en vooral vlugge manier de penseeltip instellen (3).



Nieuw in Photoshop CS4 is de sneltoetscombinatie Alt rechtsklik en sleep.
Je klit dus de Alt-toets op je toetsenbord terwijl je klikt en sleept met de rechtermuisknop ingedrukt.
Dit geeft een Live-voorbeeld van de grootte en de hardheid van penseelpunt weer.

Wanneer je de muisknop loslaat zal er niks op je afbeelding komen te staan, maar je weet wel, wanneer je nu ergens klikt, hoe groot de penseelpunt zal zijn en wat hiervan de hardheid is die je zojuist hebt ingesteld



Standaard word het "Live voorbeeld" van de penseelpunt in het rood weergegeven. Dit heeft niks te maken met de instelling van de voor- noch de achtergrondkleur.

Heb jij liever een ander kleurtje dan kun je deze kleur aanpassen in het dialoogvenster "Voorkeuren" tabblad "Cursor".
Klik hiervoor in de menubalk op "Bewerken", kies "Voorkeuren" en klik op "Cursors...".
In het dialoogvenster klik je de knop "Kleur" (1), en in het tweede dialoogvenster kies je de kleur die je wenst (2).
Klik de knop OK om het tweede dialoogvenster te sluiten, en klik nogmaals de knop OK om het eerste dialoogvenster te sluiten.



Dit nog even voor alle duidelijkheid.
Wens je van deze optie gebruik te maken, moet je computer ook over de OpenGL-technologie beschikken.

[jangske]

Bridge (1)

Wat is "Bridge"?
De Bridge is een stand-alone applicatie die we bij het programma Photoshop gratis krijgen, en waarmee we onze bestanden kunnen doorzoeken, ordenen, bekijken, verwijderen en weet ik veel wat nog meer. Dus waarom zouden we dit niet gebruiken, meer nog, waarom zouden we deze niet efficiënt gebruiken.

Om Bridge te openen klik je de Bridge-knop in de menubalk wanneer Photoshop is geopend, of wanneer deze niet is geopend, via het Start-menu van Windows.



Is het de eerste maal dat je gebruik maakt van Bridge, zal deze meer dan waarschijnlijk alles wat op je bureaublad staat, weergeven in het "Inhoud" gedeelte van Bridge.



Klik de Mappen tab (links bovenaan het venster), en navigeer naar de folder op je Harddisk waar jou foto's zijn opgeslagen.
Een beeld wordt weergegeven van alle bestanden die zijn opgeslagen in deze folder:



Voorkeuren
Het eerste wat ik doe is een aantal persoonlijke voorkeuren instellen.
Wat jij hiermee doet maakt niet uit, jij stelt deze in op de manier die jij wenst.
Vind jij deze goed, dan kun je dit onderdeel verslaan en verder gaan met de volgende les.
Om voorkeuren te wijzigen klik je de knop "Bewerken" in de menubalk en kies je "Eigenschappen" in het drop-downmenu.
In het tabblad "Algemeen" wijzig ik de helderheid van de achtergrondkleur naar een wat donker kleurtje (1), de beeldvermindering naar een wat minder donker kleurtje (2), en de accentkleur naar een redelijk opvallend kleurtje (3).
We zien straks wel naar wat dit leidt.



In het tabblad "Miniaturen" geef ik in welke informatie ik wil zien bij de foto's. In mijn geval is dit de afmetingen in inch, de grootte (dit is in KB) van de foto, de trefwoorden, en het label van de foto.



Dit geeft onderstaand beeld als resultaat.
1. de achtergrond is donkerder geworden waardoor ik meer contrast krijg tussen de foto's en de applicatie.
2. de kleur van de geselecteerde foto is een ietsje minder donker.
3. de accentkleur van het geselecteerde is "Robijn".
4. en de informatie over de foto die ik wens, staat onder het miniatuur.

[jangske]

Bridge (2)

Rondleiding
Bovenaan vinden we de titelbalk en de menubalk. Over de titelbalk valt weinig te zeggen, en over de menubalk weten we dat we daar al de functies in terug vinden.



De volgende twee balken heb ik verdeeld in een aantal secties.
Dit maakt het makkelijker om over de verschillende knoppen een woordje uitleg te geven.



In sectie 1, de "Toepassingsbalk", hebben we een aantal navigatieknoppen, vergelijk deze met de navigatieknoppen in een Browser venster, "Vorige", "Volgende" en een drop-downpijltje waar je meerdere stappen kunt terugkeren.
Onder toepassingsbalk hebben we de padbalk. Deze geeft ons het pad weer voor de map die je weergeeft en stelt je in staat door de directory te navigeren. Klik op de naam van een map in de padbalk om de map te selecteren en de inhoud hiervan weer te geven.

In sectie 2 hebben we een aantal knoppen.
De eerste toont ons de recent geopende bestanden.
Met de tweede halen we foto's op uit een op de computer aangesloten camera.
De derde geeft ons een drop-downmenu met drie opties, de eerste optie is "Revisiemodus". De revisiemodus is een schermvullende weergave waarin je door een selectie van foto's kunt bladeren, de selectie kunt verfijnen en elementaire bewerkingen kunt verrichten. In de revisiemodus worden de afbeeldingen weergegeven in een draaiende 'carroussel', waardoor u interactief kunt bladeren. Best wel leuk. Met de tweede optie "Naam wijzigen in batch" kunnen we de naam wijzigen van de verschillende geselecteerde foto's. Best wel handig wanneer we de namen van de foto's, genomen met onze camera, op een vlugge manier van een betekenisvolle naam willen voorzien.

De derde optie "Bestandsinfo" geeft je informatie over de geselecteerde foto, en kunnen we deze eventueel aanpassen.



In sectie 3 hebben we de schakeloptie voor de verschillende "Werkruimtes". Deze hier allemaal bespreken lijkt me nutteloos. Je moet deze maar een bekijken.
Hoe je een eigen ruimte maakt en opslaat, vertel ik je in de volgende les.

In de sectie 4 hebben we het snelzoekveld. De zoek-engines zoekt binnen een geselecteerde map en alle submappen hiervan op trefwoorden, bestandsnaam, mapnaam en afbeelding. Naast het zoekvak hebben we nog een knop "Overschakelen naar compacte modus". Wat deze doet lijkt me duidelijk.

Als laatste hebben we nog sectie 5.
Door te klikken op de tweede knop kunnen we een kwaliteit instellen voor de weergave van de miniaturen.
Rechts daarvan hebben we een filteroptie op waardering. Of beter gezegd filteren op het aantal toegekende sterren.
In het vak daarnaast kunnen we sorteren op verschillende items, bvb de naam, de grootte, het type, en nog meer van dat.
Naast het vak sorteren hebben we de knop "Oplopend" of "Aflopend" sorteren.
Dan hebben we twee knoppen om de geselecteerde afbeelding te draaien.
De knop daarnaast is ook een optie om een recent geopend bestand te openen.
Dan hebben we de knop "Nieuwe map aanmaken". Wat deze doet lijkt me duidelijk.
En als laatste hebben we nog een vuilbak.

Onderaan hebben we nog een werkbalk:
Alle knoppen in deze werkbalk hebben op één of andere manier iets te maken met de weergave van de miniaturen. Je moet ook deze maar eens proberen en diegene kiezen waar jij het liefst mee werkt.
Met de schuifbalk vergrootten of verkleinen we de weergave van de miniaturen.



En dan hebben we nog de verschillende deelvensters (1).
Hiervan kunnen we de breedte, de hoogte en de positie aanpassen.
Op de breedte of de hoogte aan te passen plaats je de cursor tussen twee deelvenster (3), en wanneer deze wijzigt in een tweedelig pijltje, klik en sleep je deze tot je de gewenste afmeting hebt bereikt.
En in het midden hebben we nog de miniaturen.
Om naast elkaar liggende miniaturen te selecteren hou je de Shifttoets op je toetsenbord ingedrukt. Om niet naast elkaar liggende miniaturen te selecteren hou je de Ctrl-toets op je toetsenbord ingedrukt.
Waarom zou je meerdere foto's selecteren? Om deze bijvoorbeeld allen op een vrij vlugge manier te voorzien van eenzelfde trefwoord. Maar meer hierover hieronder.

[jangske]

Bridge (3)

Je eigen Werkruimte
In deze les laat ik je zien hoe je een eigen werkruimte opslaat. Een werkruimte is, voor wie het nog niet moest weten, de huidige instellingen van grootte en positie van deelvensters en miniaturen.
Standaard zijn er reeds een aantal ingesteld door Photoshop.
Om deze allen te zien, plaats je de muisaanwijzer op het balkje voor de "Toepassingsbalk" en wanneer deze wijzigt in een dubbel pijltje, klik en sleep je dit naar links (1).
Een tweede manier is het naar benedenwijzend pijltje te klikken aan de rechterzijde van de "Toepassingsbalk". Dit opent een drop-downmenu waarin je ondermeer de verschillende vooraf ingestelde werkruimtes vindt (2).

Wanneer je wat tijd hebt gestoken in de samenstelling van een werkruimte, kan ik me voorstellen dat je deze wil opslaan om deze later opnieuw te kunnen gebruiken, zonder dat je deze opnieuw moet gaan samenstellen.

Om een eigen werkruimte te maken vertrekken we steeds van een bestaande werkruimte.
Door te klikken en te slepen met de tabbladen van de deelvensters, kun je hiervan de positie wijzigen.
Om deelvensters te zien of te verbergen klik je de knop "Vensters" in de menubalk, en selecteer je het betreffende deelvenster in het lijstje.
Om een werkruimte toe te voegen klik je het naar benedenwijzend pijltje (1) en klik je de optie "Nieuwe werkruimte" (3).
Geef een naam in voor de werkruimte, en klik de knop "Opslaan" (4).
Vanaf nu is je eigen werkruimte toegevoegd aan het lijstje (5).
Vanaf nu is je werkruimte toegevoegd aan het lijstje (5) en heb je deze enkel te selecteren wanneer je wilt werken in je eigen aangemaakte werkomgeving.
Om deze terug te verwijderen, denk ik dat je wel weet wat je moet doen. Toch?



Trefwoorden
Trefwoorden gebruiken we om het ons zelf later makkelijk te maken een foto over een bepaald onderwerp te vinden of te filteren.
Wanneer we het deelvenster "Trefwoorden" openen zien we dat er standaard reeds een aantal zijn toegevoegd door Photoshop.
Om een trefwoord toe te voegen aan één of meerdere foto's selecteer je de foto('s), en rechtsklik je het trefwoord in het deelvenster "Trefwoorden".
Kies "Nieuw trefwoord" of "Nieuw subtrefwoord", afhankelijk van wat je wil doen, in het drop-downmenu (1).
Vervolgens typ je de naam van het trefwoord (2), en selecteer je het trefwoord (3).
Dit zal aan alle geselecteerde foto's het trefwoord toekennen. Wens je meerdere trefwoorden toe te kennen aan een foto, geen probleem, selecteer eerst de foto('s), en selecteer daarna het trefwoord in het deelvenster.

Ditzelfde kun je trouwens doen met de knoppen onderaan het deelvenster (4).



Wens je een trefwoord te verwijderen uit een foto, selecteer je de foto en je verwijderd het vinkje voor het trefwoord in het deelvenster.

Waarderingen
Een andere manier om onze foto's in te delen is door middel van het toekennen van een "Waardering".

Om één of meerdere foto's een waardering te geven selecteer je de foto('s), klik je "Label" in de menubalk, en kies je het aantal sterren dat je de foto ('s) wil toekennen.
Met de opties "Waardering verhogen" en "Waardering verlagen" zul je wel weten wat je kunt doen.

Een tweede manier is de foto's te selecteren, en het aantal sterretjes dat je wil toekennen te selecteren onder de miniatuurweergave (2).

[jangske]

Bridge (4)

Labels
In de Bridge hebben we ook nog "labels".

Deze optie gebruiken we meestal wanneer er meerdere personen aan een afbeelding werken, of wanneer je bijvoorbeeld bezig bent aan een afbeelding kun je deze een label geven zodat je onmiddellijk kunt zien welke foto's er klaar zijn, en welke nog niet.

Om een label aan één of meerdere foto ('s) toe te kennen selecteer je de foto ('s), klik je "Label" in de menubalk, en kies je één van de opties in de sectie "label" van het drop-downmenu.



Wanneer er een label is toegewezen aan een foto, plaatst dit een kleurtje onder het miniatuur.



De namen van de verschillende labels kun je wijzigen in het dialoogvenster "Voorkeuren" onder het tabblad "Labels".
Let op! Wanneer je de naam van een label wijzigt, en dit label was reeds toegewezen aan een foto, de kleur van dit label onder het miniatuur wit zal zijn.
Om dit op te lossen moet je dit "nieuwe" label toewijzen aan deze foto.



Filter
Nu onze afbeeldingen voorzien zijn van trefwoorden, labels en waarderingen kunnen we beginnen filteren.
De meest uitgebreide manier om te filteren is door gebruik te maken van het deelvenster "Filter".
Hier kun je werkelijk op alles filteren, labels, waarderingen, trefwoorden, wanneer deze zijn gemaakt, wanneer deze zijn gewijzigd, echt op alles.
De enige raad dat ik jou kan geven is, geef zoveel mogelijk trefwoorden op bij een foto. Op deze manier zal je een foto met een bepaalt onderwerp heel wat makkelijker en vooral veel vlugger vinden.
Om te filteren klik je het trefwoord, of trefwoorden, labels en waarderingen in het deelvenster "Filter".
Maar dat denk ik had je wel al begrepen.



Nog een manier om te filteren is door middel van de knop "Items filteren op waardering".
Uiteraard is deze filtering heel wat beperkter daar je enkel op een waardering kunt filteren.

[jangske]

Bridge (5)

Voorvertoning in volledig scherm
Nieuw in "The Bridge" is de optie "Voorvertoning in volledig scherm".
Dit laat ons toe de foto te bekijken in detail.

Selecteer hiervoor eerst de foto in de miniatuurweergave, klik de knop "Weergave" in de menubalk, en kies "Voorvertoning in volledig scherm" in het drop-downmenu. Veel vlugger kan het natuurlijk door de foto te selecteren en de spatiebalk op je toetsenbord te klikken.
Door te scrollen met het muiswieltje, of door te klikken op de plus- en mintoets op je toetsenbord, kun je in- en uitzoomen. Om vlug in te zoomen tot een zoomniveau van 100%, klik je in de foto.
Om te navigeren naar een andere locatie in de foto, klik en sleep je met de muisaanwijzer.
Om te navigeren naar de volgende of de vorige foto, klik je de pijltjestoetsen op je toetsenbord.

Om terug te keren naar "The Bridge" klik je Esc-toets op je toetsenbord.



Verplaatsen, kopiëren en verwijderen
Om een foto te verplaatsen naar een andere map, klik en sleep je deze uit de "Inhoudsectie" in The Bridge naar een andere map in het deelvenster "Mappen".
Zo verplaats je dus een foto naar een andere map.
Om een foto te verplaatsen in de Inhoudsectie van The Bridge, klik en sleep je deze naar de positie waar je deze wil.
Je kan ook een foto verslepen in een ander geopend programma, bijvoorbeeld Indesign, of Paint Shop Pro. Klik en sleep hiervoor de foto in het programma.
Om een foto te kopiëren naar een ander map klik en sleep je de foto naar de bepaalde map, maar voor je deze loslaat klik je de Ctrl-toets op je toetsenbord.
Om een foto te verwijderen selecteer je de foto en klik je de Deletetoets op je toetsenbord.
Adobe Bridge zal je een bevestiging vragen, klik "Verwijderen" indien je deze wil verwijderen of "Annuleren" indien je dit niet wenst.



De optie "Afwijzen" plaatst de tekst "Afwijzen" onder miniatuur en geeft een soort "Waardering" aan de foto. Je kunt deze "afgewezen" foto's tonen of verbergen door te klikken op "Weergave" in de menubalk, en kiezen voor "Afgewezen bestanden weergeven".
Afgewezen foto's worden niet verwijdert.

Wanneer je foto's verplaatst, verwijderd of kopieert in The Bridge, heeft dit betrekking op de foto's op je harddisk.

Verzamelingen
Ook nieuw in the Bridge zijn de "Verzamelingen" en de "Slimme verzamelingen".
Deze laten ons toe visueel foto's te verzamelen uit één of meerdere mappen.
Wat je hiervoor nodig hebt is het deelvenster "Verzamelingen". Mocht deze bij jou niet zijn geopend, klik je de knop "Venster" in de menubalk en kies je "Verzamelingen" in het drop-downmenu.



Het verschil tussen beide is dat bij een "Nieuwe Slimme verzameling" the Bridge" zelf de nodige foto's gaat zoeken op basis van een aantal criteria die jij hebt ingegeven, en bij een "Nieuwe Verzameling" jij de foto's eerst moet selecteren.

Een voorbeeld maakt dit wel duidelijk.
Klik de knop "Nieuwe Slimme verzameling" onderaan het deelvenster "Verzamelingen".
Dit opent een dialoogvenster waar je in het bovenste vak de map kiest waar the Bridge moet gaan zoeken.
In de sectie "Criteria" geef je de gewenste regels in. Ik denk dat deze wel duidelijk zijn.
Om een regel toe te voegen klik je het plus-icoontje naast een regel. Om een regel te verwijderen klik je het naastliggende min-icoontje. Eigenlijk zijn al de opties in dit dialoogvenster wel duidelijk.
Klik de knop "Opslaan" wanneer alles naar wens is ingesteld.



Om een "Nieuwe Verzameling" te maken selecteer je eerst de foto's, en klik je daarna de knop "Nieuwe verzameling".
The Bridge zal je vragen of je de geselecteerde foto's wil opslaan in de nieuwe verzameling.
Klik de knop "Ja".
Heb je een verzameling gemaakt, wordt hiervan de naam geselecteerd in het deelvenster, en kun je een betekenisvollere naam intypen.
Om een verzameling te verwijderen rechtsklik je deze in het deelvenster, en kies je "Verwijderen" in het drop-downmenu.

[jangske]

Bridge (6)

Stapels
Om gerelateerde foto's te groeperen maken we gebruik van de functie "Stapels".

Het eerste wat je doet wanneer je foto's wil groeperen is de foto's selecteren.
Vervolgens klik je "Stapels" in de menubalk, en kies je "Groeperen in stapel" in het drop-downmenu.
Dit plaatst de verschillende foto's netjes gestapeld in het deelvenster "Inhoud" (1).
Het aantal foto's in deze stapel wordt weergegeven in de linker bovenhoek (2).
Wanneer je hierop klikt ontvouwt zich de stapel, en kun je alle foto's uit deze stapel "bewonderen".
Om een foto uit een stapel te verwijderen open je de stapel, en klik en sleep je deze foto naar de gewenste positie.
Om de positie van een hele stapel te wijzigen hou je de Alt-toets op je toetsenbord ingedrukt, terwijl je de stapel sleept naar zijn nieuwe positie. Laat eerst de muisknop los, en daarna pas de Alt-toets.



Naam wijzigen in Batch
Men kan een naam van een bestand wijzigen door op de naam te klikken, en de naam in te typen. De extensie blijft behouden. Makkelijk.
Maar je kan ook meerdere bestanden tegelijk van naam wijzigen. Dit doe je door eerst de bestanden te selecteren, liggen deze bestanden naast elkaar gebruik je de Shifttoets, zijn deze niet aan elkaar grenzend gebruik je de Ctrl-toets. Maar dat wist je wel al.
Eénmaal de bestanden geselecteerd, klik je het naar benedenwijzend pijltje naast de knop "Verfijnen" in de werkbalk, en kies je "Naam wijzigen in batch".



Dit opent het dialoogvenster "naam wijzigen in batch".
Hier hebben we een aantal opties.
De eerste drie in de sectie "Doelmap" (1) lijken me duidelijk.
In de sectie "Nieuwe bestandsnamen (2) bepalen we de nieuwe namen voor onze foto's. Je kunt lijnen toevoegen door het plusteken te klikken, je kunt lijnen verwijderen door het minteken te klikken.
Wat ik nodig heb is een veelbetekenende tekst, gevolgd door een liggend streepje, gevolgd door een volgnummer van drie cijfers.



Wanneer ik de knop "Opslaan" klik, zie ik dat al de geselecteerde foto's een nieuwe naam met een volgnummer hebben gekregen.

[jangske]

Bridge (7)

Revisiemodus
Nieuw in the Bridge is dus de "Revisiemodus", hierover had ik reeds verteld in les 15.
Maar toch wil ik een beetje over uitbreiden.
Hoe je hier geraakt had ik dus verteld in les 15, hoe je hier vlug geraakt is door de sneltoetscombinatie Ctrl + B te klikken op je toetsenbord.

Onderaan de revisiemodus hebben we een aantal knoppen.
Aan de linkerzijde hebben we een naar links en rechtswijzend pijltje. Hiermee navigeren we tussen de verschillende foto's.
Door te klikken op het naar onderwijzend pijltje verwijderen we de foto uit de revisiemodus, niet uit de Bridge, en zeker niet van je computer.
Je kunt in de revisiemodus ook een waardering voor de foto ingeven. Breng eerst de foto naar voor, en kies daarna het aantal sterren dat je deze wil toekennen.
Onderaan rechts in het venster vinden we drie knoppen.
De eerste knop toont een vergrootglas in de foto. Door te klikken en te slepen in het vergrootglas, kan je hier de positie van wijzigen. Door te klikken op de rechterbenedenhoek sluit je het vergrootglas.
De tweede knop zal automatisch een verzameling aanmaken van deze foto's.
De derde knop zal de revisiemodus sluiten.



Diavoorstelling
En ten slotte wil ik nog even hebben over de diavoorstelling.
Selecteer hiervoor eerst de foto's die je wil afspelen in de diavoorstelling, klik de knop "Weergave" in de menubalk, en kies "Diavoorstelling" in het drop-downmenu.

Automatisch worden de verschillende foto's met een standaard interval van 5 seconden, weergegeven in volledige schermgrootte.

Om dit te wijzigen druk je de L-toets op je toetsenbord.
Dit opent het dialoogvenster "Opties voor diavoorstelling", waar we ondermeer de interval tussen de verschillende foto's kunnen wijzigen.

In de sectie "Weergaveopties" kunnen we een extra monitor verduisteren, de diavoorstelling herhalen of in- en uitzoomen.

In de sectie "Diaopties" kunnen we dus de weergaveduur van de dia's instellen, plus de onderschriften en de diaschaal opgeven.



En in de sectie "Overgangsopties" kunnen we de stijl en de snelheid van de overgang ingeven.

Klikken op een foto zoomt deze in tot 100%.
Door te klikken op de pijltjestoetsen op je toetsenbord, kun je manueel navigeren tussen de foto's.

[jangske]

Kleurcorrecties (1)

Theorie
De reden waarom de weergave van je foto niet op elk scherm perfect gelijk is, komt omdat de kleuren in je foto niet worden gemaakt door je digitale camera, maar dat deze worden gemaakt in het uitgangsapparaat waarmee je werkt. Bijvoorbeeld het scherm van je computer of je printer.
Dus voor ik begin met dit onderwerp, wil ik je eerst even proberen uitleggen hoe de kleuren op je scherm tot stand komen, en welke modi je hebt om deze weer te geven.
In Photoshop hebben we drie verschillende modi om onze foto weer te geven, RGB (1), CMYK (2) en Lab (3).
Dit even terzijde, de modus waarin je digitale camera je foto neemt is RGB.
Dus moet je dit om één of andere reden wijzigen, dan doe je dit in Photoshop.



We gaan verder.
Al deze modi bestaan uit grijswaarden. De samenstelling van deze grijswaarden geeft de kleur in onze foto op het scherm.

Een voorbeeld.
De modus RGB, welke de standaardmodus is van onze digitale camera, bestaat uit vier kanalen. Drie ervan genomen door onze digitale camera, Rood, Groen en Blauw, en een vierde RGB die is samengesteld door Photoshop, of beter gezegd, je scherm.

Om dit allemaal te bewijzen openen we eerst het deelvenster "Kanalen".
Wanneer je enkel het blauwe kanaal bekijkt (1), zie je dat de kleuren in dit kanaal enkel bestaan uit donkere grijswaarden. Dit noemt men de 'Schaduwen' (shadows).
Het groene kanaal bestaat uit midden grijswaarden (2), welke men de 'Middentonen' (Midtones) noemt.
En het rode kanaal bestaat enkel uit lichte grijswaarden (3), welke men de 'Hooglichten' (Highlights) noemt.
Wanneer we de samenstelling van deze drie kanalen bekijken (4) zien we, je raad het al, kleur.

Dit is op een heel simpele manier uitgelegd, maar in feite is het niet meer dan dat.



Nu je dit weet is de conclusie vlug gemaakt. Stel de grijswaarden voor de foto correct in, en je hebt een perfecte weergave van je foto.

Bitdiepte/Kleurdiepte
De Bitdiepte, ook wel kleurdiepte genoemd, is de meeteenheid voor de hoeveelheid kleuren die een pixel kan weergeven. Zo heeft een pixel in een 8-bits foto de mogelijkheid 256 nuances weer te geven en dit per kanaal.
Hoe kom je aan die 256 nuances?
Wel een zwart/wit foto, of om het in Photoshop-woorden te zeggen een bitmapafbeelding, heeft een bitdiepte van 1, de pixel is of zwart of wit. Eén van de twee.
In het kort, een foto met een bitdiepte van 1 is 1 X 2 = 2. Dus 2 grijswaarden, wit of zwart.
En een foto met een bitdiepte van 8 is dus 2 X 2 X 2 X 2 X 2 X 2 X 2 X 2 = 256.
Dus 256 grijswaarden per kanaal.

Elke grijswaarde wordt weergegeven met een getal. Zo heeft zwart de waarde 0, en wit de waarde 255.
Zo zie je in onderstaande afbeelding dat de pixel waar ik met het pipetje over beweeg (1), in het rode kanaal de waarde 84 heeft, in het groene kanaal de waarde 69, en in het blauwe kanaal de waarde 62 (2). Dit wordt helemaal duidelijk wanneer je enkel het rode kanaal weergeeft (3).

Wanneer we nu weten dat elk kanaal 256 verschillende kleurwaarden heeft, is het makkelijk uit te rekenen hoeveel kleuren onze foto heeft. 256 X 256 X 256 = 16.777.216 kleuren.

Heb je drie kanalen zoals in een RGB foto, dan heb je dus een foto met een bitdiepte van 24.
In een CMYK foto heb je vier kanalen, dus een bitdiepte van 32.



Dit was allemaal maar theorie, het enige wat jij hiervan zou moeten onthouden is dat door het aanpassen van de grijswaarden, de kleuren wijzigen in een foto. En hoe lager de grijswaarde is, hoe donkerder de kleur wordt.

RGB, CMYK of LAB

Simpel, altijd RGB.
Waarom? Omdat één, je foto's van je digitale camera toch worden genomen in RGB, twee, omdat het makkelijker werken is met drie in plaats van vier kanalen, en drie omdat je juister kunt werken met RGB dan met CMYK.
Dus tenzij je met je foto's naar een professionele drukker moet en deze hierom uitdrukkelijk vraagt, dan kun je de instelling wijzigen van RGB naar CMYK.
Maar voor de rest, hou het bij RGB.
Lab kun je eventueel gebruiken om je foto's te verscherpen of te vervagen en het contrast of de helderheid aan te passen, op deze manier tast je de kleuren niet aan in je foto.
Maar tenzij jij een professioneel bent, kun je het beste en makkelijkste werken in RGB.

Om de modus van je foto te wijzigen klik je de knop "Afbeelding" in de menubalk, kies je "Modus" in het drop-downmenu, en maak je een keuze. Je kunt op elk moment de modus van je foto wijzigen. Dit doet niks aan de weergave van je foto.

[jangske]

Kleurcorrecties (2)

Histogram
In Photoshop hebben we het deelvenster "Histogram". Wanneer je kleurcorrecties uitvoert zou je een Histogram moeten begrijpen. Dus een woordje uitleg.

Om het deelvenster te openen klik je "Venster" in de menubalk en kies je "Histogram" in het drop-downmenu.

Een histogram kan je helpen bepalen of een afbeelding al dan niet genoeg detail bevat om een correctie te kunnen maken.



De weergave van het deelvenster "Histogram" kunnen we aanpassen.
Klik hiervoor het naar benedenwijzend pijltje in de titelbalk van het deelvenster (1), en in het drop-downmenu kies je één van de volgende opties:
1. Compacte weergave:
Hiermee verschijnt er een histogram zonder statistieken. Het histogram bevat gegevens over de hele afbeelding.
2. Uitgebreide weergave:
Hiermee wordt het histogram weergegeven met statistieken.
3. Alle kanalen weergeven:
Hiermee worden de afzonderlijke histogrammen van alle kanalen weergegeven.

Wens je de verschillende kanalen in kleur weer te geven, dan selecteer je deze optie.
Wens je de statistieken (3) te verbergen klik je de optie "Statistieken tonen".
Wens je het histogram dat de gegevens bevat van de gehele afbeelding, het bovenste histogram dus, in kleur te bekijken, klik je het naar benedenwijzend pijltje naast het vak "Kanaal" (2), en kies je "Kleuren" in het drop-downmenu.

Als voorbeeld heb ik een uitvergroting gemaakt van een diagram (1) hier zien we de schaduwen, of beter gezegd de donkere kleuren in de foto aan de rechterzijde, de middentonen in het midden, en de hooglichten (lichte kleuren) aan de linkerzijde.
Helemaal links is zwart en heeft de RGB-waarde 0, en helemaal rechts is wit en heeft de RGB-waarde 255.
Uitgebreid uitgelegd is dit voor een zwarte pixel (2) Rood 0, Groen 0, blauw 0
En voor een witte pixel (3) Rood 255, Groen 255 en blauw 255.
Wanneer je de grafiek nu bekijkt, zie je dat er dus geen zwarte (4) en geen witte pixels (5) in de foto aanwezig zijn.



Terwijl je kleurcorrecties aanbrengt in de foto, zal het diagram in het deelvenster "Histogram" zich automatisch aanpassen.
Wanneer je te ver gaat met de wijziging, wordt er een geel waarschuwingsicoontje getoond in de rechterbovenhoek van het diagram.

Zoals je kunt zien in onderstaande afbeelding wordt wanneer ik de helderheid verhoog, de middentonen meer naar rechts gebracht, dus witter worden, de schaduwen worden weggewerkt, en de hooglichten versterken.

[jangske]

Kleurcorrecties (3)

Helderheid/contrast
De functie "Helderheid/contrast" is denk ik, wel de meest simpele manier om de helderheid van een foto te wijzigen.
Het enige wat je hiervoor hoeft te doen is de knop "Afbeelding" in de menubalk klikken, te kiezen voor "Aanpassingen" in het drop-downmenu, en te klikken op "Helderheid/contrast".
Dit toont ons het dialoogvenster "Helderheid/contrast" waar we door middel van twee schuifregelaars de helderheid en het contrast kunnen aanpassen (1).
Hetzelfde kun je doen door de muisaanwijzer boven de schuifregelaar te plaatsen, en wanneer de cursor wijzigt in een handje, te klikken en te slepen (2).
Wens jij liever de waarden in te typen, geen probleem, plaats de cursus in het invulvak en typ (3).



Een tweede manier om de helderheid en het contrast aan te passen, is door gebruik te maken van een aanpassingslaag. Meer over aanpassingslagen vertel ik je in een later hoofdstuk van deze cursus, maar dit wil ik je toch nog even tonen.
Een aanpassingslaag is een laag die je toevoegt aan je foto en waar je de aanpassing op aanbrengt.
Niks nieuws hoor ik je al denken en dat klopt, we hadden hiervoor reeds een knop (4) onderaan het deelvenster "Lagen" in de vorige versies van Photoshop.
Wat wel nieuw is, is het deelvenster "Aanpassingen".

Om een aanpassingslaag toe te voegen is het eerste wat je doet, het deelvenster "Lagen" (1) en het deelvenster "Aanpassingen" (2) openen.
Klik hiervoor de knop "Venster" in de menubalk en kies "Lagen" en "Aanpassingen" in het drop-downmenu.

Bovenaan het deelvenster "Aanpassingen" (2) vinden we 15 verschillende icoontjes (3) met 15 verschillende opdrachten voor aanpassingslagen.
Veel zeggen deze niet, maar wanneer je de muisaanwijzer over een icoon beweegt, zal de naam hiervan verschijnen.
Wat wij nodig hebben is de opdracht "Helderheid/contrast", dit is het eerste icoontje.




Wanneer we hierop hebben geklikt, wordt een aanpassingslaag toegevoegd (1) aan het deelvenster "Lagen".

Een aanpassingslaag bestaat uit twee delen, welke worden weergegeven door twee icoontjes.
Het linkse deel (icoon) vertegenwoordigt de aanpassing, het rechtse deel (icoon) een masker.
Het "Maskerdeel" hebben we niet nodig voor wat ik je wil tonen (meer over maskers in een latere les). Dus dit deel kun je naar de vuilbak slepen (2) onderaan rechts in het deelvenster "Lagen".
In het dialoogvenster dat verschijnt klik je de knop "Verwijderen".

Wat je nu nog zou over moeten hebben is de aanpassingslaag met slechts één icoontje (3).
Wanneer de aanpassingslaag is geselecteerd, wijzigt het deelvenster "Aanpassingen" met daarin de instrumenten om de helderheid en het contrast aan te passen (4).
Dit is een verschil met eerdere versies van Photoshop, waar voor elke aanpassing een dialoogvenster werd geopend.



Het voordeel van een aanpassingslaag te gebruiken om kleurcorrecties toe te voegen, is dat je op elk moment deze aanpassing kunt wijzigen of verwijderen, en vooral dat deze wijzigingen niet worden toegepast op de foto maar op een bovenliggende laag.
Heb je de wijzigingen aangebracht, moet je de foto wel opslaan onder een formaat dat lagen ondersteund, bijvoorbeeld PSD of TIFF. Maar ook meer hierover wanneer ik het heb over "lagen".

Om terug te keren naar de lijst met verschillende aanpassingen klik je het naar rechtswijzend pijltje in de menubalk van het deelvenster "Aanpassingen" (5), of selecteer je de onderliggende laag, de "Achtergrondlaag".
Maar meer over lagen, aanpassingslagen en maskers in volgende lessen, we gaan eerst nog even verder met "Kleurcorrecties".

[jangske]

Kleurcorrecties (4)

In Photoshop hebben we twee manieren om de kleurbalans in onze foto aan te passen.
Een eerste manier is door middel van de optie "Kleurbalans".
Deze optie vinden we onder de knop "Afbeelding" in de menubalk, kies "Aanpassingen" in het drop-downmenu en klik "Kleurbalans".
Een tweede manier is door middel van een aanpassingslaag.
Klik hiervoor de knop "Kleurbalans" in het deelvenster "Aanpassingen".
Dit is de derde knop op de tweede rij met iconen.
Hoe je het ook doet maakt voor mij niet uit, maar persoonlijk kies ik voor de tweede manier. Hierdoor wijzig ik niks aan het origineel van de foto en kan ik op gelijk welk tijdstip de aanpassingen wijzigen.

Ik verwijder het deel "Masker" in de aanpassingslaag, zoals we hebben gezien in de vorige les.
Wens je dat niet steeds automatisch dit "Maskerdeel" wordt toegevoegd aan een aanpassingslaag, dan kun je dit uitschakelen door het naar benedenwijzend pijltje te klikken in de menubalk van het deelvenster (1), en te klikken op de optie "Standaard masker toevoegen" zodat dit wordt uitgevinkt.

Door middel van de schuifregelaars kun je de kleuren Cyaan, Magenta en Geel aanpassen (2).
Dit zowel voor de "Schaduwen", de "Midtonen" als de "Hooglichten" (3).

Het is een manier om kleurcorrecties uit te voeren, maar om een deftige kleurcorrectie uit te voeren ben je beter met de optie "Variaties".



Variaties
Een tweede manier is door middel van de optie "Variaties".
Om het dialoogvenster "Variaties" te openen klikken we "Afbeelding" - "Aanpassingen" - "Variaties..." in de menubalk.



Het dialoogvenster "Variaties" geeft ons toch wat meer mogelijkheden dan de optie "Kleurbalans".
Het lijkt misschien niet zo, maar toch is het zo. Het lijkt ook wel wat ingewikkelder, maar dat is het zeker niet. In de volgende les ga ik hier uitgebreider op in.

[jangske]

Kleurcorrecties (5)

Het dialoogvenster "Variaties"
Het bovenste deel (1) van het venster is je wel duidelijk denk ik: "Origineel" en "Huidig beeld".
"Origineel" staat voor het origineel, en "Huidig beeld" staat voor de momentopname, dus voor alle klikken die je reeds hebt uitgevoerd op dat moment. Wens je na al je klikken terug te gaan naar het origineel, dan klik je op het kadertje Origineel.
Hetzelfde voor het rechtse deel (2). "Linker" en "Donkerder" lijken me wel duidelijk.

Bovenaan de rechterzijde vinden we vier klikvelden:
"Schaduwen", "Middentonen", "Hooglichten" en "Verzadiging" (4). Plus een schuifbalk "Fijn" - "Grof". Standaard staat het veld "Middentonen" aangevinkt, en dat is volgens mij ook de beste keuze.
De "Middentonen" staan voor de gemiddelde kleuren, niet te donker en niet te licht. "Schaduwen" is voor de donkerste kleuren in onze foto. En "Hooglichten" is voor de lichtste kleuren in onze foto.
"Verzadiging" geeft je afbeelding een, hoe moet ik het zeggen, "levendiger" weergave.
Met de schuifbalk passen we de kleuren fijn of drastisch aan.

Maar wat betekenen al deze weergaves in het midden?
Het enige dat daar staat is "Meer groen", "Meer geel", meer dit meer dat.
Alles is meer, niks minder.



Wel, niks is minder waar.
Klik je bvb op het vak "Meer geel" dan betekent dit uiteraard dat je meer geel wenst , maar ook dat je minder blauw wenst.
Dus wensen we minder groen, dan klikken we de knop "Meer magenta".
Maar er zijn toch meer kleuren dan groen, geel, rood, magenta, blauw en cyaan hoor ik je al denken.
En dat klopt.
Om dit uit te leggen heb ik de volgende grafiek:



Stel onze foto heeft teveel van de kleur Cobalt in zich.
Dus moeten we meer van de kleur Orange toevoegen.
Hoe doen we dat?
Wel we klikken hiervoor tweemaal op "Meer geel" en tweemaal op "Meer rood".
Dit lijkt allemaal ingewikkeld, maar dit is het niet.
Je moet simpelweg bovenstaande grafiek een beetje kennen.

Voor mijn voorbeeldfoto had ik wat teveel Rood/Orange.
En na alle bewerkingen in het Variaties venster ziet hij er toch al wat beter uit.



Ik moet er wel bij vertellen dat ik wat wijzigingen heb aangebracht in het venster "Middentonen", "Schaduwen" en "Verzadigingen".
Sla de afbeelding op wanneer je tevreden bent.
Klik hiervoor op Bestand - Opslaan in de menubalk.
Of sla het bestand op onder een andere naam, zodoende hou je het origineel.
Klik hiervoor op Bestand - Opslaan als... in de menubalk.

Trouwens voor je begint, maak je eerst een kopij van het origineel. Dit heb ik reeds gezegd, alhoewel dat ik het soms ook vergeet.