CS4 in beeld

[jangske]

Laagmaskers (5)

Laagmasker d.m.v. kopiëren en plakken
Een andere manier om een laagmasker te vullen met grijswaarden, is deze te vullen met een andere afbeelding.
In dit voorbeeld heb ik een foto geopend van een boek. Deze is voorzien van drie lagen. Een kleurlaag, een laag met de foto van het boek, en een laag van een foto van een hand met een potlood.
Nu, die laag met de hand die interesseert ons eigenlijk niet, deze dient louter als decoratie.
Wat ons wel interesseert is de laag die voorzien is van een blauwe kleur (1), en de laag die voorzien is van het boek (2).
De tweede foto die is geopend is een tekening van het meisje (3).
Wat ik wil bereiken is, dat het meisje in het boek verschijnt, en dat deze de kleur krijgt van de laag met de kleur blauw.

Het eerste wat je doet is de tekening van het meisje, en enkel het meisje, selecteren. Dit kan makkelijk met het gereedschap "Toverstaf" waar je het wit van de foto selecteert en daarna de selectie omkeert. Hoe je dat doet moet je al weten.



Vervolgens gaan we deze selectie van het meisje kopiëren en plakken in een laagmasker dat zich bevindt in de foto met het boek.
Wanneer je hiervoor de normale manier gebruikt, dus in de foto van het meisje de selectie kopiëren en in de foto met het boek het meisje plakken, dan zou deze verschijnen in een eigen laag (4).
Dit is niet wat ik wens te doen, ik wil deze plakken in het laagmasker van de laag met het boek, zodat deze de blauwe kleur krijgt van de onderliggende laag.



Hiervoor moeten we het laagmasker openen.
Klik hiervoor op het laagmasker terwijl je de Alt-toets op je toetsenbord ingedrukt houdt.
Klik vervolgens de sneltoetscombinatie Ctrl + V op je toetsenbord om het meisje te plakken in het laagmasker.



Wat we nu nog moeten doen is het meisje op de juiste positie brengen.
Om te kunnen zien waar je mee bezig bent, klik je opnieuw het laagmasker terwijl je de Alt-toets op je toetsenbord ingedrukt houdt.
Selecteer het gereedschap "Verplaatsen", en sleep de selectie van het meisje op de juiste positie.
Vergewis je ervan dat je de selectie versleept, niet de foto van het boek.



Deselecteer alles.
Et voila, net wat ik wens.



Tip!
Wens je later het meisje in het rood, groen of weet ik veel welke kleur, is het enige wat je hoeft te doen, de kleur van de onderste laag te wijzigen met het "Emmertje".

[jangske]

Laagmaskers (6)

Laagmasker van tekst
In Photoshop kunnen we ook een laagmasker toevoegen in de vorm van tekst.
Hiervoor gebruiken we het gereedschap "Masker voor horizontale tekst" of "Masker voor verticale tekst".
Opgelet! Waar je rekening mee moet houden is dat je later deze tekst niet meer kunt wijzigen.

Wat we eigenlijk doen is, we maken een selectie in de vorm van tekst, en maken van deze selectie een laagmasker.
Hoe je dit doet leg ik je even uit.
Zoals je kunt zien heb ik twee lagen in de afbeelding, de laag "kleur", en de laag " foto", waarvan de bovenste laag is geselecteerd.
Ik klik het tekstgereedschap (1) in de gereedschapbalk en kies als voorbeeld het onderliggende gereedschap "Masker voor horizontale tekst" (2).
Vervolgens kies ik een lettertype, als voorbeeld "Wide latin", kies een lettergrootte, en stel de breedte en de hoogte redelijk groot in (3), zodat ik een goed leesbare tekst heb.
Hiermee doe je natuurlijk wat je wil.



Vervolgens klik ik in de foto, en typ ik de tekst in de bovenste geselecteerde laag.
Zoals je zult zien zal de achtergrond transparant rood worden ingekleurd, niet panikeren, zo werkt het gereedschap nu éénmaal.
Is je tekst getypt klik je de knop "Alle huidige wijzigingen vestleggen" in de optiebalk, of de sneltoetscombinatie Ctrl + Enter op je toetsenbord.



Dit maakt van je tekst een selectie.



Wens je de selectie te verplaatsen, kies je het gereedschap "Rechthoekig selectiekader" (1), plaats je de cursor in de selectie, en sleep je deze naar de gewenste positie (2).
Klik vervolgens de knop "Laagmasker toevoegen" (3).



We hadden in de vorige les gezien dat wanneer we eerst de selectie maken en dan pas de knop "Laagmasker toevoegen" klikken, het geselecteerde wit zal worden gekleurd in het laagmasker.
Dus moeten we deze nog omkeren (1).



De tekst is nu een laagmasker.

[jangske]

Laagmaskers (7)

Laagmasker verplaatsen en kopiëren
Wanneer je een laagmasker hebt toegevoegd aan een laag, heb je de mogelijkheid deze te verplaatsen en/of te kopiëren naar andere lagen.
Om een laagmasker te verplaatsen naar een andere laag, klik je het laagmasker en sleep je dit in de gewenste laag.
Wanneer je een zwarte rand ziet verschijnen rond de laag waarin je het laagmasker wil plaatsen, laat je de muisknop los.



Wens je een laagmasker te kopiëren naar een of meerdere lagen, doe je juist hetzelfde alleen hou je hierbij de Alt-toets op je toetsenbord ingedrukt.



Laagmasker transformeren en verplaatsen
Om een laagmasker, en enkel het laagmasker te transformeren of te verplaatsen, is het eerste wat je moet doen, de koppeling tussen de foto en het laagmasker verwijderen.
Dit doe je door het icoontje in de vorm van een ketting, te klikken.
Van zodra je het laagmasker hebt losgekoppeld, kun je dit afzonderlijk verplaatsen en transformeren.
Om het te verplaatsen kies je het gereedschap "Verplaatsen" in de gereedschapbalk en sleep je dit naar de gewenste positie.
Om het te transformeren klik je "Bewerken" in de menubalk, kies je "Transformatie" in het drop-downmenu, en klik je de transformatie die je wil toepassen.
Klik en sleep met de grepen aan de rand tot je de gewenste wijzigingen hebt bereikt.
Kik de Enter-toets op je toetsenbord om de transformatie vast te leggen.



Eén laagmasker voor meerdere lagen
Wanneer je een laagmasker wil gebruiken over meerdere lagen, moet je van deze lagen een groep maken.
Selecteer de lagen waarvan je een groep wil maken (1), en klik het naar benedenwijzend pijltje in de menubalk van het deelvenster "Lagen" (2).



In het pop-upmenu dat verschijnt kies je de optie "Nieuwe groep van lagen".
In het dialoogvenster dat verschijnt geef je de groep een naam, en klik je de knop OK.
Dit voegt een groep toe aan het deelvenster "Lagen".
Selecteer de groeplaag (3), dus die met het map-icoontje, en klik de knop "Laagmasker toevoegen"(4).
Hoe je een laagmasker vult met inhoud, zal je nu wel al weten.



Wanneer je een laagmasker hebt toegepast aan een groep lagen, heb je nog de mogelijkheid voor de lagen in de groep, elk een afzonderlijk laagmasker toe te voegen.
Hoe je een laagmasker toevoegt aan een laag zal je ook wel al weten.



Nog een tip!
Wanneer je een groep in een groep plaatst, een geneste groep noemen we dit, kun je ook aan deze groep een laagmasker toevoegen. Met andere woorden heb je een groep, in een groep, in een groep, in een groep plaatst, kun je eigenlijk zoveel laagmaskers toevoegen dat je wenst.
Om een groep in een groep te plaatsen selecteer je de groep, klik je nogmaals het naar benedenwijzend pijltje in de menubalk van het deelvenster "Lagen" en kies je nogmaals "Nieuwe groep van lagen".

[jangske]

Uitknipmasker

Wat is een uitknipmasker?
Met een uitknipmasker kunnen we de inhoud van een laag gebruiken om de bovenliggende lagen te maskeren. Het maskeren wordt bepaald door de inhoud van de onderste laag, dit noemen we de "basislaag". De niet transparante inhoud van de basislaag knipt de inhoud van de lagen erboven in het uitknipmasker. Alle andere inhoud in de uitkniplagen wordt uitgefilterd.
Je kunt meerdere lagen in een uitknipmasker gebruiken, maar het kunnen alleen opeenvolgende lagen zijn.
Met andere woorden, een uitknipmasker gedraagt zich als een 'gewoon' masker, met dit verschil dat het de inhoud van de bovenliggende laag, of lagen, maskeert.

Uitknipmasker toevoegen
Als voorbeeld heb ik een afbeelding met twee lagen.
Een laag van een kont (1), sommigen noemen dit sex, die verlaten beter nu de cursus.
Anderen noemen dit 'Kunst'. Ik ben een fervent kunstliefhebber dus ga ik verder.

Plus een onderliggende transparante laag (2), waar ik als voorbeeld wat heb op gekleurd met het penseel. Maar dit kan van alles zijn, zolang je maar een deel transparant en een deel gevuld hebt.
De vorm van de inhoud van deze laag moet namelijk dienen als masker.

Om een uitknipmasker toe te voegen plaats je de cursor tussen de twee lagen, hou de Alt-toets op je toetsenbord ingedrukt en wanneer deze wijzigt in een uitknipicoontje (3), klik je.



Dit voegt een uitknipmaker toe aan de afbeelding.
De naam van de basislaag in het masker wordt onderstreept (1) en het miniatuur van de bovenliggende laag wordt voorzien van een naar benedenwijzend pijltje en wordt ingesprongen (2).



We kunnen dus, zoals eerder gezegd, een uitknipmasker toevoegen aan meerdere lagen, zolang het maar opeenvolgende lagen zijn. Zelfs op lagen waaraan een laagmasker is toegevoegd.



Om een uitknipmasker te verwijderen, hou je de muisaanwijzer met de Alttoets op je toetsenbord ingedrukt tussen de twee lagen en wanneer deze wijzigt in een uitknip-icoon, klik je opnieuw.
Het voordeel van een uitknipmasker is dat je een afbeelding kunt gebruiken als masker, en dat je meerdere lagen kunt uitknippen.

Uitknipmasker op tekst
Hetzelfde kunnen we ook bereiken met tekst.
Het voordeel hiervan is dat je de tekst steeds kunt wijzigen en verplaatsen.
Tekst wijzigen weet je hoe je moet doen, en om deze te verplaatsen gebruik je het gereedschap "Verplaatsen".
Probeer het onderste eens te maken, de foto's hiervoor zijn inbegrepen bij de downloads.
Wat betreft de gebruikte laagstijlen in de tekstlaag. Voor diegenen die de eerste maal met Photoshop werken kunnen beter deze les eerst volgen, anderen kunnen deze reeds toepassen.

[jangske]

Laagsamenstellingen

Wat zijn laagsamenstellingen?
Maak jij vaak van een afbeelding verschillende composities, die je dan opslaat als verschillende bestanden? Wel, door gebruik te maken van laagsamenstellingen, kun je al deze verschillende composities opslaan in één bestand.
Als voorbeeld heb ik een foto van een jongedame die zeepbellen aan het blazen is, of beter gezegd, aan het proberen blazen is.
Aan deze foto heb ik de zeepbellen toegevoegd, en wat tekst.
Het lijkt nu meer een advertentie van een of andere kinderwinkel, maar dit dient enkel als voorbeeld, dus moet het maar voldoen.
Wat we nu kunnen doen met laagsamenstellingen, is de verschillende lagen en toegepaste effecten wijzigen, verplaatsen of verbergen, en hiervan een snapshot nemen. Zo een snapshot noemen we en laagsamenstelling. Wanneer je een snapshot, of beter gezegd een laagsamenstelling neemt, zal Photoshop van alle lagen de zichtbaarheid onthouden, het zal de positie van de inhoud van een laag onthouden en het zal de toegepaste laageffecten en de laagstijlen onthouden.

Dit wordt allemaal wel duidelijk in het volgende onderdeel van deze les.

Een laagsamenstelling maken
Het eerste wat je doet is het deelvenster "Laagsamenstellingen" openen (1).
Stel voor de verschillende lagen de zichtbaarheid, de positie en de laagstijlen in, zoals jij deze wenst voor deze compositie.
Klik de knop "Nieuwe laagsamenstelling maken" (2).



In het dialoogvenster dat verschijnt geef je de samenstelling een naam, en selecteer je de handelingen die de samenstelling moet onthouden.
Zoals dus eerder gezegd kan een samenstelling de zichtbaarheid van een laag onthouden, de positie en de laagstijl.
Klik de knop OK wanneer je klaar bent.



De eerste samenstelling waarbij de nadruk wordt gelegd op het artikel "Pizza viagra" is gemaakt.



Ik maak nog vlug een tweede samenstelling.
Ik wijzig hiervoor de weergave van de foto's. Foto 1 en foto 2 verbergen, foto 3 weergeven (1).
De laagstijl "Slagschaduw" op de laag "Pizza salami" mag worden weergegeven (2), en de slagschaduw op de tekst "Pizza viagra" mag worden verborgen (3).
De tekst "Nieuw" mag ook nog worden verborgen (4).
Ben je klaar met het instellen van je voorkeuren voor de tweede compositie, klik je de knop "Nieuwe laagsamenstelling maken".
Om vlug te navigeren tussen de verschillende composities, klik je het grijze vakje voor de compositie, of de pijltjes in het deelvenster "Laagsamenstellingen" (5).



Een laagsamenstelling bewerken of verwijderen
Om een compositie te wijzigen selecteer je eerst de compositie in het deelvenster "Laagsamenstellingen".
Vervolgens selecteer je de laag waar je wijzigingen in wil maken, bijvoorbeeld de inhoud van de laag verplaatsen met het gereedschap "verplaatsen".
En als laatste klik je de knop "Laagsamenstelling bijwerken" (6).
Om een compositie te verwijderen selecteer je de compositie en klik je de knop "Laagsamenstelling verwijderen" (7). Opgelet!! Je krijgt hiervoor geen waarschuwing.

Laagsamenstellingen exporteren
Je hebt de mogelijkheid de verschillende laagsamenstellingen naar afzonderlijke bestanden te exporteren.

Klik hiervoor Bestand in de menubalk.
Kies "Scripts" in het drop-downmenu.
En klik "Laagsamenstellingen naar bestanden".

In het dialoogvenster dat verschijnt geef je een bestemming op (1) en kies je een bestandstype (2) .

Kies je voor een bestandstype dat lagen ondersteund bvb psd, worden deze netjes behouden, kies je echter voor een type dat geen lagen ondersteund bvb jpg, dan worden de verschillende lagen samengevoegd.

Klik de knop "Uitvoeren" wanneer je klaar bent.
Je zal zien, van elke compositie heb je nu een aparte afbeelding.

[jangske]

Aanpassingslagen

Wat zijn aanpassingslagen?
Ik had er het reeds eerder over gehad, de aanpassingslagen.
Aanpassingslagen zijn de meest flexibele manier om kleurcorrecties uit te voeren in een foto.
Door gebruik te maken van aanpassingslagen voer je de kleurcorrectie niet uit op de foto, maar op alle onderliggende lagen in de foto. Hierdoor blijft het origineel 'onbeschadigd'.
Een voordeel is dat een aanpassingslaag beschikt over twee miniaturen.
Het eerste miniatuur is van de aanpassing (1). Door hier op te dubbelklikken open je opnieuw het deelvenster "Aanpassingen", waar je de ingestelde opties voor deze aanpassing kunt wijzigen.
Het tweede miniatuur is van het masker (2). Wat betekent dat we de aanpassing slechts op een deel van de foto kunnen uitvoeren. We weten ondertussen alles van maskers, dus meer hoef ik hierover niet te vertellen.



Nog een voordeel is dat je de volgorde van de aanpassingslagen kunt veranderen, en hiermee het effect in de foto wijzigt.



Nog een voordeel is dat je er meerdere kunt toepassen op één afbeelding.
En een laatste voordeel is dat je deze steeds kunt verwijderen.
Je ziet het, niks dan voordelen met aanpassingslagen, dus leer ze te gebruiken.

Aanpassingslaag toevoegen
Om een aanpassingslaag toe te voegen heb je verschillende manieren.
Een eerste manier is hiervoor de knop "Nieuwe opvullaag of aanpassingslaag maken" te klikken onderaan het deelvenster "Lagen".
Dit opent een drop-downmenu waaruit je een keuze kunt maken.


Een tweede manier is de knop "Laag " te klikken in de menubalk, te kiezen voor "Nieuwe aanpassingslaag" in het drop-downmenu, en te klikken op één van de opties die verschijnen.
Wanneer je kiest voor deze manier verschijnt er een dialoogvenster waar je de verschillende opties voor deze aanpassing kunt instellen.

Een derde manier is door gebruik te maken van het deelvenster "Aanpassingen".
Dit is nieuw in de versie CS4.
Bovenaan het deelvenster "Aanpassingen" vindt je de verschillende mogelijkheden van kleurcorrecties (1).
Onderaan hebben we een aantal vooraf ingestelde kleurcorrecties. Klikken op het naar rechtswijzend pijltje opent een drop-downmenu met vooraf ingestelde kleurcorrecties (3).
Selecteer je een aanpassingslaag in het deelvenster "lagen" (4), dan worden de ingestelde opties voor deze aanpassing weergegeven in het deelvenster "Aanpassingen" (5).



Aanpassingslaag verwijderen
Om een aanpassingslaag te verwijderen, klik en sleep je het eerste miniatuur van de aanpassingslaag naar het vuilbakicoontje onderaan het deelvenster "Lagen".
Wens je enkel het masker van de aanpassingslaag te verwijderen, sleep je dit naar hetzelfde vuilbakicoontje.

Aanpassingslagen kopiëren
Net als elk andere laag in Photoshop kun je ook een aanpassingslaag kopiëren.
Selecteer hiervoor de aanpassingslaag of lagen in de eerste afbeelding, en sleep deze naar de tweede afbeelding.
Dit maakt het makkelijk wanneer je bijvoorbeeld meerdere foto's hebt genomen waarvan de lichtingesteldheid dezelfde is en die je allemaal moet aanpassen.

[jangske]

Laageffecten en Laagstijlen (1)

Laageffecten vs laagstijlen
Laageffecten zorgen ervoor dat, door het toevoegen van dimensie, belichting en textuur, de inhoud van een laag visueel wordt samengevoegd of afgezonderd van andere lagen.
Bijvoorbeeld, door het toevoegen van een slagschaduw aan een laag, wordt de inhoud van deze laag visueel boven de onderliggende lagen geplaatst. Op deze manier creëer je diepte in de afbeelding.



Het laageffect dat je toevoegt op een laag, wordt op alle inhoud van deze laag toegepast.
Je hebt de mogelijkheid meerdere effecten toe te voegen aan een laag.
Heb je meerdere effecten toegevoegd aan een laag, dan spreken we over een laagstijl.
Dus het verschil tussen een laageffect en een laagstijl, is niks meer of minder dan het aantal laageffecten dat is toegepast op een laag.


Laageffect toevoegen/verwijderen
Om een laageffect toe te voegen aan een laag, selecteer je de laag en klik je de knop "Laagstijl toevoegen" (1) onderaan het deelvenster "Lagen".
Dit opent een drop-downmenu (2) met de verschillende laageffecten. Laageffecten die reeds zijn toegepast op een laag worden voorzien van een vinkje (3) in dit drop-downmenu.



Kies je een effect in het drop-downmenu dan wordt het dialoogvenster "Laagstijl" geopend.
Dit dialoogvenster is verdeeld in drie delen.
Aan de linkerzijde vinden we de verschillende stijlen (1), waar het effect is geselecteerd dat je had gekozen.
In het midden vinden we de opties voor het geselecteerde effect in de linker kolom (2).
Aan de rechterzijde hebben we een aantal knoppen, plus het aanvinkvakje "Voorvertoning" en een voorbeeld (3), deze lijken me wel duidelijk.

Wens je een tweede effect toe te voegen aan de inhoud van de laag, selecteer je dit in de linker kolom (1). Wens je een effect toe te voegen nadat je het dialoogvenster "Laagstijl" hebt gesloten, dubbelklik je de laag in het deelvenster "lagen". Dit zal het dialoogvenster opnieuw openen.



Wens je een effect te verwijderen klik je op het aanvinkvakje voor het toegepaste effect, zodat het vinkje verdwijnt (4).

Wens je een effect te verwijderen nadat je het dialoogvenster hebt gesloten, klik en sleep je het effect in het deelvenster "Lagen" naar het vuilbakicoontje onderaan het deelvenster.

Wens je alle toegepaste effecten op een laag te verwijderen, klik je de sublaag "Effecten", en sleep je deze naar het vuilbakicoontje onderaan het deelvenster.



Laageffect aanpassen
Om een laageffect aan te passen dubbelklik je de laag in het deelvenster "lagen".
Dit opent opnieuw het dialoogvenster "Laagstijl".
Alle opties voor alle effecten hier bespreken lijkt me onnoemelijk veel werk, en helemaal nutteloos.
Wat ik wel moet zeggen is wanneer je de opties van een effect wil wijzigen, het effect in het dialoogvenster moet zijn geselecteerd. En hiermee bedoel ik dat je dit effect moet klikken in de linkerkolom, zodat dit wordt voorzien van een blauwe achtergrond (1).
Wat ik ook nog kan vertellen is dat je voor elk effect een "Overvloeimodus" kunt instellen (2).
Meer over overvloeimodi in een latere les, maar het is maar dat je weet dat je ook voor een effect een overvloeimodus kunt kiezen.



Handige tip!!
Wens je een laageffect te verplaatsen selecteer je dit in het dialoogvenster "Laagstijl" en je klikt en sleept in de afbeelding tot je de gewenste positie voor het effect hebt bereikt.

Laageffect kopiëren en plakken
Wanneer je een laageffect hebt ingesteld en toegepast op een laag, hoef je al deze handelingen niet opnieuw uit te voeren wanneer je hetzelfde effect wil toepassen op een andere laag.
Hiervoor gebruiken we de opties kopiëren en plakken van laagstijlen.
Rechtsklik hiervoor de laagstijl die je wenst te kopiëren en kies "Laagstijl kopiëren" in het pop-upmenu. Rechtsklik vervolgens de laag waarop je de laagstijl wil toepassen, en kies "Laagstijl plakken" in het pop-upmenu.

Een tweede en veel vluggere manier hiervoor is het laageffect te klikken en terwijl je de Alt-toets op je toetsenbord ingedrukt houdt, sleep je dit naar de laag waarop je deze wil toevoegen.
In beide gevallen zal dit alle laageffecten plakken in de nieuwe laag. Dus wens je slechts één laageffect te behouden, sleep je de overige naar het vuilbakicoontje.

Laageffect opslaan
Wanneer je heel war tijd hebt gestoken bij het instellen van de opties voor een laageffect, kan het misschien wel nuttig zijn dit op te slaan, zodat je dit later kunt gebruiken in andere afbeeldingen.
Om een laageffect op te slaan open je het deelvenster "Stijlen" (1).
Onderaan het deelvenster "Stijlen" klik je de knop "Nieuwe stijl maken" (2).
Dit opent het dialoogvenster "Nieuwe stijl" (3) waar je deze een naam geeft, en kiest wat er moet worden opgeslagen.
Het beste is dat je beide opties aanvinkt, of je deze nodig hebt of niet dat maakt niet uit.
Klik de knop OK.
Van zodra je de knop OK hebt geklikt zal een nieuw icoontje worden toegevoegd aan het lijstje in het deelvenster "Stijlen".



Wens je deze terug te verwijderen uit het lijstje, rechtsklik je deze en kies je "Stijl verwijderen" in het drop-downmenu.

[jangske]

Laageffecten en Laagstijlen (2)

Laagstijlen
Laagstijlen, of in het kort "Stijlen" zijn dus meerdere effecten toegepast op een laag. Dit had ik je verteld in de vorige les.
In Photoshop beschikken we over een heel aantal vooraf gemaakte stijlen.
Om een vooraf gemaakte stijl toe te passen op de inhoud van een laag, open je uiteraard eerst het deelvenster "Stijlen". Je selecteert de laag waaraan je een stijl wenst toe te voegen, en je klikt het icoon van een standaard stijl die je wenst toe te voegen.

Alle vooraf gemaakte stijlen zijn verdeeld in categorieën. Klik het naar benedenwijzend pijltje in de titelbalk van het deelvenster (1), en kies een categorie in het drop-downmenu (2).
In het dialoogvenster dat verschijnt klik je de knop OK (3).
Zoals je zult opmerken zijn er heel wat vooraf ingestelde stijlen die gratis worden gegeven bij de aankoop van Photoshop.



Stijl maken
Wens je een eigen stijl te maken, geen probleem, voeg een aantal effecten toe aan een laag, en sla deze effecten op zoals we hebben gezien in de vorige les.
Om deze stijl toe te passen weet je wat je moet doen, denk ik. Anders lees je nogmaals de vorige les.

Effect transformeren naar laag
Wanneer je een effect toepast op een laag, wordt dit effect toegepast op alle inhoud van deze laag.
In normale omstandigheden is dit wat we willen, maar soms kan het wel eens voorvallen dat we dit helemaal niet wensen maar het effect slechts op een deel van de laag wensen.

Een oplossing hiervoor is, we maken van ons effect een laag, en met een laag doen we wat we willen.
Om van een effect een laag te maken selecteer je de laag met het effect, je klikt de knop "Lagen" in de menubalk, je kiest "Laagstijl" in het drop-downmenu, en je klikt "Lagen maken".
In het dialoogvenster dat verschijnt klik je de knop OK.
Zoals je zult zien in het deelvenster lagen, is het effect van de laag verdwenen en is er in plaats een op pixels gebaseerde laag toegevoegd met daarin het vroegere effect.

Ik zal even een voorbeeld geven.

Ik heb een foto met twee lagen, in de bovenste laag hebben we de madame die kijkt door een kader dat zich bevindt in een onderliggende laag.
Als voorbeeld heb ik het effect "slagschaduw" toegepast op de jonge dame met als kleur groen, zodat je deze goed kunt zien in onderstaande afbeelding.
Zoals we weten wordt dit effect toegepast op de hele laaginhoud, in dit geval de madame.
De slagschaduw aan de linkerzijde van de madame (1) die hoeven we uiteraard niet, we wensen enkel de slagschaduw te behouden aan de rechterzijde (2).



Dus maken we van het effect een laag.
Klik de knop "Lagen" in de menubalk, kies "Laagstijl" in het drop-downmenu, en klik "Lagen maken".
Zoals je opmerkt is het effect in de laag "madame" verdwenen en is er in de plaats een pixelafbeelding in een nieuwe laag gecreëerd (1), met de naam "madame's slagschaduw".
Met het gummetje (2) is het twee keer niks de overtollige pixels te verwijderen (3).

[jangske]

Overvloeimodi

Het verschil tussen Dekking en Vul
De overvloeimodus bepaalt hoe de pixels van de laag, overvloeien in pixels in onderliggende lagen van de afbeelding. M.a.w. een overvloeimodus instellen op een Background is niet alleen zinloos het is ook onmogelijk.

Bovenaan het deelvenster "Lagen" vinden we drie vakken weermee we de overvloeimodi modus kunnen aanpassen in Photoshop.



Klikken op het pijltje van vak één geeft ons de verschillende modi.
In vak twee hebben we de Dekking.
En in vak drie hebben we Vul.
Laat me eerst eens uitleggen wat het verschil is tussen "dekking" en" vul".
Het lijkt of beiden hetzelfde doen, maar toch is dat niet zo.
Als voorbeeld zie je hier een foto met twee lagen, een achtergrondlaag, en een laag met de Michel.
Op de laag met de Michel is het effect Outer Glow toegevoegd.
Beide vakken, dekking en vul, hebben een waarde van 100%



De dekking heeft betrekking op alles wat zich in de laag bevindt, ook dus op bvb de verschillende effecten die op deze laag zijn toegepast.
Wanneer we deze waarde wijzigen, wijzigt de transparantie van alles wat zich in deze laag bevindt, ook de effecten.



De vul heeft enkel betrekking op de pixels in de laag.
Wijzigen we deze waarde, dan zal enkel de transparantie worden toegepast op de pixels van de foto, en niet op de effecten.



De verschillende modi
Klikken op het naar beneden wijzend pijltje naast vak één, geeft ons een drop-downmenu met 25 verschillende vooraf ingestelde modi.

Deze zijn ingedeeld in zes groepen.
Elke mode in een groep is verwant met de ander.



Zo heb je bijvoorbeeld de tweede groep met de modi Donkerder, Vermenigvuldigen, Kleur doordrukken, Lineair doordrukken en Donkerdere kleuren.
Elk van deze mode zal de laag verdonkeren.

De derde groep zal dan weer de laag lichter maken.

De vierde groep heeft betrekking op het contrast van de kleuren.

De vijfde groep zal de kleuren van de laag gebruiken om de kleuren van de onderliggende laag om te keren.

En als laatste, de zesde groep, zijn eigenlijk gecomposeerde modi, die op basis van Kleurtoon, Verzadiging, en Lichtsterkte, berekeningen uitvoeren op de eindkleur.

De verschillende modi kunnen we uitvoeren op een laag of een effect.
Wanneer je een mode hebt toegepast, kan je ook nog steeds de waarden van de Dekking en Vul aanpassen om het resultaat te wijzigen.

Tip: om snel de verschillende modes te bekijken klik je op Shift en + op je toetsenbord. Om een mode terug te gaan klik je Shift en - op je toetsenbord.
Al deze verschillende modi bespreken we in de volgende les.

[jangske]

Overzicht overvloeimodi (1)

Verspreiden
In deze modus wordt de kleur van een willekeurige pixel vervangen door de basiskleur. Niet erg nuttig wanneer toegepast op een laag vind ik, op een effect daarentegen kan het wel iets leuks opleveren.



Donkerder
Wanneer we deze mode toepassen op een laag, zal Photoshop de kleuren die donkerder zijn dan de kleuren in de onderliggende lagen behouden, en de lichtere kleuren verwijderen. Onnodig te vertellen wanneer we dit toepassen op ons effect, er niks van de "Gloed buiten" zou overschieten.



Donkerdere kleur
Zoals je kunt opmerken uit onderstaande afbeeldingen produceert deze mode geen derde kleur, wat in de mode Donkerder soms wel het geval is. Niet erg nuttig vind ik.



Vermenigvuldigen
In tegenstelling tot de Donkerdere kleur mode, kan de Vermenigvuldigen mode wel nuttig zijn.
Met de Vermenigvuldigen mode hebben krijgen we een zachte overgang van kleuren.
Photoshop vermenigvuldigt eigenlijk de kleuren.



Kleur doordrukken en Lineair doordrukken
De kleur doordrukken mode resulteert in een hoge "verdonkeringswaarde" en verzadigde middentonen. Wens je enkel de verdonkering te behouden en niet de verzadigde middentonen, kies je voor Lineair doordrukken.



Wens je donkere kleur van de Lineair doordrukken mode toch wat lichter te maken, stel dan de waarde van het Vul vak in op 50%, of minder.

[jangske]

Overzicht overvloeimodi (2)

Lichter
Voor dit voorbeeld heb ik een extra laag aangemaakt met een "overloop". Namelijk van wit naar zwart. Deze laag heb ik geplaatst tussen de achtergrondlaag en die met Michel.



Ik wil in dit voorbeeld de zwarte kleur uit de laag onzichtbaar maken, en de witte kleuren laten overvloeien in onze achtergrond. En dat is juist wat de modus "Lichter" voor ons zal doen. Kies dus Lichter uit het dropdown-menu, en geef de waarde 60% in als Vul-waarde.



Lichtere Kleur
Zoals je opmerkt uit onderstaande afbeeldingen produceert ook deze mode geen derde kleur, wat de overgang tussen de kleuren hard maakt. Ook van deze mode maak ik weinig of geen gebruik.



Bleken
Net als de modus "vermenigvuldigen, vind ik persoonlijk de modus "Bleken" het nuttigst uit de reeks, om onze afbeelding lichter te maken. Het geeft een zachte overgang tussen de verschillende kleuren.



Kleur tegenhouden en Lineair tegenhouden

De mode "Kleur tegenhouden" resulteert in een hoge "helderheid". Lineair tegenhouden resulteert in een hoge "helderheid" en verzadigde middentonen.

Kleur tegenhouden


Lineair tegenhouden


Voor mijn afbeelding kies ik de mode "Bleken", met een dekking van 30%.



In de volgende les bekijken we de volgende groep, de Contrast modi.

[jangske]

Overzicht overvloeimodi (3)

Bedekken
Laat ons nu de verschillende Contrast modi eens bekijken. Dit is de vierde groep modi in ons drop-downmenu. Elk van deze opties is een combinatie van modus "Donkerder" en modus "Lichter".
Voor dit voorbeeld voeg ik nog een laag toe boven de Michel zijn laag, met een foto van een marmer Patroon.



Als eerste hebben we de Bedekken modus. De Bedekken modus combineert de Verspreiden en de Bleken modus. De Highlights (hooglichten) en de Shadows (schaduwen) van de basiskleur worden behouden. En het verwijdert de Midtones.



Zwak Licht
De tweede is zwak licht. Het effect dat je bereikt kun je vergelijken met een zwak licht dat over de afbeelding strijkt.



Fel Licht
De derde, de Fel Licht mode is een "hardere" versie van de Bedekken mode.



Deze drie eerste modes, Bedekken, Zwak licht, en Fel licht zijn gebaseerd op de twee eerste modi uit de derde groep. Met name de Lichter en de Bedekken mode. Wens je een combinatie van de" Kleur tegenhouden" en de "Lineair" mode, moet je kiezen voor Intens Licht of Lineair Licht.

Intens Licht
Intens Licht combineert Kleur doordrukken en Kleur tegenhouden.



Lineair licht
En Lineair Licht combineert Lineair doordrukken met Lineair tegenhouden.



Heel nuttig lijken deze beiden op het eerste zicht niet te zijn, maar wanneer we de vul-waarde wijzigen, krijgen we al een heel ander idee. Maar laat ons eerst eens kijken naar de puntlicht modus.

Puntlicht
Wanneer we gebruik maken van de puntlicht modus houden we de Highlights en de Shadows, en verliezen we de midtones. Dit komt omdat Puntlicht de Lichtere kleur en Donkerdere kleur modi combineert.



Hard mengsel
De Hard mengsel mode is gebaseerd op de Intens licht mode, en voegt de waarden voor het rode, groene en blauwe kanaal van de werkkleur toe aan de RGB-waarden van de basiskleur. Hard mengsel op zich stelt niks voor, maar wanneer we Hard mengsel gebruiken met een Vul-waarde van bvb 25%, dan krijgen we al een geheel ander beeld:

[jangske]

Snelmasker (1)

Snelmasker modus
Snelmasker is eigenlijk een verkeerde naam voor wat het juist doet. Eerst en vooral er is niks "snel" aan het Snelmasker en twee, het is eigenlijk geen masker maar een tijdelijke selectie.
Snelmasker is eigenlijk niets meer of minder dan nog een gereedschap om mee te selecteren.

Het leuke van een snelmasker is dat je zowel een tekengereedschap als een selectiegereedschap kunt gebruiken, om een selectie te maken.
Als voorbeeld neem ik een foto van een stoere bink die ik wens te selecteren met het snelmasker.
Ik hoor je al denken, in deze foto had je het toch veel sneller kunnen doen met de Toverstaf of met het gereedschap "Snelle selectie".
Dat klopt, maar in dit voorbeeld leg ik je uit hoe het snelmasker werkt, dus we openen onze foto en klikken de knop ""Snelmaskermodus".



In het deelvenster "kanalen" verschijnt een extra kanaal met de naam Snelmasker.
We zetten de voor- en achtergrondkleur op zwart/wit. Een vlugge manier om dit te doen is de knop "D" te drukken op je toetsenbord.
We selecteren het penseel in de gereedschapbalk en beginnen te kleuren in zwart, onze voorgrondkleur. Waarom zwart? Omdat we kleuren in een (tijdelijk) masker, en dit kan enkel in zwart, wit of een grijstint zoals je reeds gezien hebt in een vorige les.

Alles wat zwart is, is niet geselecteerd, alles wat wit is, is wel geselecteerd. Weet ge het nog?
Mocht je nu teveel hebben ingekleurd, kan je dit steeds verwijderen door de voorgrond te wijzigen in wit, en over het teveel ingekleurde te kleuren met wit. Dit verwijdert het zwart.



mmm, zwart!!, dat ziet rood.
Juist, maar wanneer je kijkt in het kanaal "Snelmasker" zie je dat het wel degelijk zwart is.
En hmm, zwart niet geselecteerd, wit wel geselecteerd.
Waarom word mijn selectie dan weergegeven in het zwart in het kanaal "Snelmasker"?
Wel beiden kunnen we wijzigen in het dialoogvenster "Snelmaskeropties". Om dit te openen dubbelklik je de knop "Snelmaskermodus".



Om de kleur te wijzigen dubbelklik je de kleur, om de transparantie te wijzigen geef je een andere waarde in, en om het gekleurde als geselecteerd weer te geven selecteer je bovenaan "Gemaskeerde gebieden".



Klik OK wanneer je tevreden bent. Om terug over te schakelen naar de RGB weergave klik je nogmaals op de knop Snelmaskermodus. In de foto zie je wat je hebt geselecteerd. Zolang je selectie blijft geselecteerd kun je terug overschakelen naar de modus "Snelmasker" door op de respectievelijke knop te drukken. Maar wanneer je de selectie ongedaan maakt ben je ook het kanaal "Snelmasker" kwijt.

[jangske]

Snelmasker (2)

Snelmasker kopiëren en plakken
Nu we ons snelmasker volledig hebben afgewerkt, willen we er ook iets mee doen.
We gaan het als voorbeeld voorzien van een andere achtergrond.
We openen een tweede foto, in dit geval iets met wat water, zodat hij niet al teveel builen krijgt bij zijn eerste duik.



Het eerste wat we doen is ons snelmasker converteren naar een selectie. Klik hiervoor onderaan de gereedschapbalk op de knop "snelmaskermodus", of klik de "Q"-toets op je toetsenbord.



Nu gaan we onze achtergrondfoto kopiëren in de foto met de selectie.
Selecteer eerst de hele achtergrondfoto.
Een vlugge manier hiervoor is de knop Ctrl + A te klikken op uw toetsenbord.
Klik daarna op de knoppen Ctrl + C op het toetsenbord om de achtergrond te kopiëren naar het clipbord.

Dan selecteer je de foto met de selectie (deze met de handschoenen dus). En kies je" Bewerken" - "Plakken in" in de menubalk. (sneltoetsen hiervoor zijn Shift + Ctrl + V)
Dat ziet er niet slecht uit, maar dit is niet echt wat ik wil voor deze foto, ik wil het namelijk als achtergrond.



Hoe doen we dat?
Heel simpel, als ge weet hoe.
Klik hiervoor op Shift + Ctrl + Alt + V op uw toetsenbord.
Et voila:



Ziet er goed uit, al zeg ik het zelf.

Nog een Tip.
Wanneer je selectie aan het maken bent in de modus "Snelmasker" (wat enkel kan met een tekengereedschap), kan het soms moeilijk zijn een selectie op een puntje te doen, bvb tussen twee vingers. Schakel dan eerst over naar selectie mode door te klikken op de knop Q op het toetsenbord, kies het gereedschap "Veelhoek Lasso (1), klik bovenaan het optiemenu "Verwijder uit selectie" (2), selecteer het moeilijk te bereiken gedeelte (3) en schakel daarna terug over naar de snelmaskermodus (Q-toets).

[jangske]

Slimme objecten

Wat zijn Slimme objecten
Wanneer je een foto schaalt of draait gaat er heel wat beeldkwaliteit verloren.
Vanaf Photoshop CS2 is er de mogelijkheid om Slimme objecten te maken.
Wanneer je de afbeelding, na deze te hebben verkleint, weer vergroot tot het oorspronkelijke formaat, blijft de beeldkwaliteit optimaal met Slimme objecten.



Het verschil is duidelijk te zien in de afbeelding hierboven. Rechts heb je een afbeelding die verkleint, en daarna terug vergroot is als gewone laag. Links heb je dezelfde afbeelding waarbij dezelfde handelingen werden uitgevoerd, maar als Slim Object.

Slimme objecten kan je herkennen aan het kleine icoontje (1) rechts onderaan het laag icoon. Dit icoontje betekent dat je die bepaalde laag hebt gelinkt naar een Slim Object. Dubbelklikken op dit icoon opent het bestand naar waar wordt gelinkt in Photoshop. En als ik zeg "gelinkt", dan bedoel ik niet naar het origineel hiervan, niet naar datgene dat op je harddisk staat, dan bedoel ik naar het bestand dat Photoshop automatisch heeft aangemaakt en ingevoegd. Wanneer je hierop dubbelklikt verschijnt een dialoogvenster met de melding dat je het bestand moet opslaan wanneer je de wijzigingen wil doorvoeren. Klik op OK om dit te aanvaarden.



Wijzig je dit bestand, dan wordt deze wijziging ook doorgevoerd naar de kopij van dat bestand in Photoshop, in de laag met het slimme Object dus. Je moet dan wel dit bestand opslaan door te klikken op Bestand - Opslaan in de menubalk. Of door dit bestand te sluiten, en positief te antwoorden op de vraag of je deze wijziging wil opslaan. Dit bestand krijgt de naam van de laag met het slimme Object, in het Photoshop bestand. Wijzigingen worden enkel toegepast op het gelinkte bestand, niet op het origineel van het gelinkte bestand.

Volg je nog? Ik hoop dat onderstaande afbeelding wat meer duidelijkheid brengt.



Slim Object invoegen
We hebben twee mogelijkheden om Slimme Objecten te creëren.
De eerste is door het object in te voegen in je afbeelding. Hiervoor klik je op Bestand - Plaatsen in de menubalk. Het bestand dat je hebt ingevoegd wordt automatisch een Slim Object.
De tweede mogelijkheid is door de laag van een reeds eerder ingevoegde afbeelding te rechtsklikken, en te kiezen voor "Omzetten in Slim object" in het drop-downmenu.
Wanneer je kiest voor de eerste optie, zal Photoshop de nieuwe laag de naam geven van het bestand dat je hebt ingevoegd.

Slimme objecten kopiëren
Om Slimme objecten te kopiëren hebben we twee keuzes.
De eerste is de laag met het Slimme Object te kopiëren door te rechtsklikken op de laag, en te kiezen voor "Laag dupliceren" uit het drop-downmenu.
De tweede manier is te klikken op Laag - Slimme objecten- Nieuw slim object via kopiëren, in de menubalk.
Kies je voor de eerste manier, dan zal elke wijziging die je maakt in het gelinkte bestand, worden toegepast op alle gekopieerde lagen.

Kies je voor de tweede manier, dan zal deze wijziging enkel worden toegepast op de laag die was geselecteerd. M.a.w. op deze manier is elke kopij uniek.

Slimme objecten vervangen
Om een Slim object te vervangen door een ander klik je Laag - Slimme objecten - Inhoud vervangen, in de menubalk. Je selecteert het bestand in het dialoogvenster, en klikt op Plaatsen.

Geneste Slimme objecten
Als voorbeeld voeg ik een laag toe, ik teken er een aangepaste vorm op.
Vervolgens ga ik deze laag wat vervormen. Ik kies hiervoor Bewerken - Transformatie - Vervormen in de menubalk. Wanneer je dit doet vervorm je enkel het Slim Object in de laag, niet het Slim Object bestand zelf.

Om nu een Slim Object in een Slim object te voegen, dit noemt men een genest Slim Object, dubbelklik je het icoon van het Smart Object. Dit opent het reeds gemaakte Slim Object bestand.
Klik Bestand - Plaatsen in de menubalk.

In het dialoogvenster selecteer je het bestand dat je als Slim Object wil nesten in het eerste Slim Object.
Klik de knop Plaatsen, en klik op OK.

Je kan steeds de grootte en de plaats bepalen van dit nieuwe Slimme Object, in het eerste Slimme Object. Sluit alle bestanden van de Slimme Objecten, en je ziet dat ook de vorm van het geneste bestand aangepast werd.

Nieuw in CS4
Nieuw in Photoshop CS4 is dat wanneer je een masker toepast op een slim object, dit masker wordt gelinkt aan het slimme object.
Dit is handig wanneer je bijvoorbeeld de positie van het masker in de afbeelding wil verplaatsen.
Om dit te ontkoppelen klik je het icoontje. Maar dat denk ik had je nu wel al door.