- Bij bitmapafbeeldingen, technisch gesproken ook wel rasterafbeeldingen genoemd, wordt gebruikgemaakt van een
rechthoekig raster van afbeeldingselementen (pixels) om afbeeldingen voor te stellen. Aan elke pixel is een bepaalde locatie
en kleurwaarde toegewezen. Als je werkt met bitmapafbeeldingen, bewerk je eigenlijk pixels in plaats van objecten of
vormen. Bitmapafbeeldingen worden meestal gebruikt voor afbeeldingen met ongerasterde halftonen, zoals foto's of
digitale tekeningen. De reden hiervoor is dat in bitmapafbeeldingen subtiele gradaties van tinten en kleur efficiënter
kunnen worden voorgesteld.
Aangezien bitmapafbeeldingen een vast aantal pixels bevatten, zijn ze afhankelijk van de resolutie. Daarom zijn ze mogelijk
minder gedetailleerd en zijn de randen gekarteld wanneer je ze op het scherm sterk vergroot of afdrukt met een lagere
resolutie dan waarvoor ze zijn gemaakt.
Voorbeeld van een bitmapafbeelding met verschillende vergrotingen:
Bitmapafbeeldingen vereisen soms erg veel opslagruimte en moeten vaak worden gecomprimeerd om de bestanden niet te
groot te laten worden wanneer ze worden gebruikt. Je comprimeert bijvoorbeeld
een afbeeldingsbestand in de brontoepassing voordat je ze in een lay-out importeert.
Vectorafbeeldingen
- Vectorafbeeldingen (soms ook vectorvormen of vectorobjecten genoemd) zijn opgebouwd uit lijnen en curven die door
wiskundige objecten, de zogeheten vectoren, worden gedefinieerd en die een afbeelding beschrijven volgens de
geometrische kenmerken van de afbeelding.
Voorbeeld van een vectorafbeelding met verschillende vergrotingen:
Je kan vectorafbeeldingen vrijelijk verplaatsen of wijzigen zonder dat er details of helderheid verloren gaat omdat ze niet
afhankelijk zijn van resolutie. Ze behouden hun scherpe randen wanneer de grootte van de afbeeldingen wordt gewijzigd,
op een PostScript-printer worden afgedrukt, in een PDF-bestand worden opgeslagen of worden geïmporteerd in een op
vectoren gebaseerde grafische toepassing. Vectorafbeeldingen zijn dan ook de beste keuze voor illustraties, zoals logo's, die
worden gebruikt op verschillende grootten en in verschillende uitvoermedia.
De vectorobjecten die je maakt met de teken- en vormgereedschappen, zijn voorbeelden van
vectorafbeeldingen. Je kan de opdrachten Kopiëren en Plakken gebruiken om vectorafbeeldingen te dupliceren van de ene
toepassing naar de andere.