Het gereedschap Magic wand is vaak niet erg handig en met het gereedschap Freehand duurt het vaak te lang en dit gereedschap is niet zo makkelijk in het gebruik.
Wat doen de professionals?
Zij gebruiken maskers.
De maskeertechniek is direct ontleend aan fotolaboratoria.
Als hij een silhouet van een object wil maken, maakt de fotograaf een kopie van het negatief en bedekt hij de gedeelten die hij niet wil laten zien met een ondoorzichtige gouache.
Zo gaan wij ook een silhouet in onze afbeelding maken.
Eerst proberen met het gereedschap Freehand
Sla de afbeelding op de vaste schijf op en open de afbeelding in Paint Shop Pro.
(even rechtsklikken en opslaan als...)
Laten we eerst de contouren van het werkgebied markeren met het gereedschap Freehand om onze taak te vergemakkelijken:
- Klik op het gereedschap Freehand.
Controleer of het palet Tool Options wordt weergegeven. - Selecteer Point-to-Point in het menu Selection Type.
Je kunt nu makkelijker een vrije contour tekenen.
Je hoeft nu alleen maar rondom het object te klikken. - Selecteer Selections > Invert.
Het gemarkeerde gebied ligt nu buiten het object.
Het masker maken
De selectie is nogal onnauwkeurig.
We gaan hem een beetje netter maken met een masker.
Eerst maken we het masker:
- Selecteer Masks > New > From Selection.
Het gemarkeerde gebied wordt vervangen door een geblokt patroon. - Selecteer Selections > Deselect.
Het masker blijft, maar je kunt de gereedschappen van Paint Shop Pro nu gebruiken voor de hele afbeelding.
Dit is handig voor bepaalde montages, maar deze optie kan problemen geven bij het maken van silhouetten.
De theorie achter maskers
Het masker is eigenlijk een extra laag die een alfakanaal bevat.
Een alfakanaal bestaat uit 256 grijstinten naast de drie RGB-kanalen (rood, groen en blauw) van de afbeelding.
De transparantie van dit alfakanaal is afhankelijk van de grijstinten in een gebied:
- Wit. Het alfakanaal is volledig transparant en de afbeelding is zichtbaar.
- Zwart. Het alfakanaal is dekkend en de afbeelding wordt helemaal afgedekt.
- Andere grijswaarden. De dekking van maskers varieert met de helderheid van de grijstint.
Met lichtgrijs is het alfakanaal zeer transparant.
Met donkergrijs is het alfakanaal minder transparant, zoals een rookglaseffect.
In de praktijk is het effect van het penseel op het zichtbare gedeelte van de afbeelding als volgt:
- Wit. Geen effect op de afbeelding.
- Zwart. Het masker dat al op de afbeelding bestaat, wordt minder transparant.
De afbeelding wordt onzichtbaar. - Andere grijswaarden. De zichtbaarheid van de afbeelding is afhankelijk van de helderheid van de grijstinten.
Dekking van het masker
We moeten een masker bewerken om ermee te kunnen werken:
- Selecteer Masks > Edit.
Je ziet het woord *MASK* in de titelbalk wat betekent dat deze modus actief is. - Selecteer het gereedschap Brushes.
- Stel de Size van het penseel in op het palet Tool Options.
Kies een grootte die geschikt is voor de nauwkeurigheid van de wijzigingen die je wilt aanbrengen. - Klik op de voorgrondkleur.
Het palet bevat de 256 grijstinten van het masker. - Selecteer Palette Order in de vervolgkeuzelijst Sort Order.
Je vindt zwart helemaal linksboven en wit rechtsonder.
We gaan zwart gebruiken om de randen van het selectiemasker dichter bij het silhouet van het object te brengen en wit om eventuele vegen weg te werken. - Selecteer volledig zwart (RGB-kleur = 0,0,0) in het palet.
Je hoeft dan alleen maar te klikken op de kleine pijl tussen de twee indicatoren om tussen de kleuren te schakelen.
Hardheid en streken van het penseel
We kunnen nu gaan retoucheren met het penseel.
Nog een paar details en we kunnen de afbeelding aanpassen:
- Stel de Hardness van het penseel in in overeenstemming met de scherpte van de randen van de afbeelding.
Als een afbeelding een beetje wazig is, zoals ons voorbeeld, kan je beter een lage waarde kiezen, misschien zelfs nul.Vergeet niet op te slaan! Sla de afbeelding regelmatig op in PSP-indeling om een kopie van het masker te bewaren.
Wanneer je de afbeelding opnieuw laadt, druk je op Ctrl+K om de bewerkingsmodus voor het masker te activeren. - Trek het masker voorzichtig uit tot de randen van de afbeelding die je wilt bewaren. Gebruik hiervoor het zwarte penseel.
- Corrigeer eventuele fouten met het witte penseel.
Zoom in om de werkruimte goed te kunnen zien en verander de instellingen voor Size, Hardness en Opacity van het penseel als je denkt dat dat nodig is.
De taak is technisch heel eenvoudig, maar vereist wel veel zorg en aandacht.
Maak eerst een masker zonder al te veel te letten op de nauwkeurigheid.
Je kunt het masker later afwerken.
De modus voor lagen afsluiten
Heb je een goed silhouet van het object gemaakt?
Dan sluiten we nu de modus voor lagen af:
Selecteer Layers > Merge > Merge All.
Hiermee verwijder je het masker.
Je moet even oefenen om goede silhouetten te maken.
Het grootste probleem is het verwijderen van eventuele randjes: er worden stukjes uit het object gehapt als het silhouet kleiner is dan de afbeelding.
Als het silhouet iets te groot is, riskeer je zwarte randjes in bepaalde gedeelten.
In dat geval maak je deze zones lichter met het gereedschap Retouch.
Selecteer de optie Lightness Up en stel de diameter van het penseel in op een hele kleine waarde.
Het silhouet van de dood is nu uitstekend. We kunnen het importeren in een andere afbeelding zonder een schok te veroorzaken.