In deze oefening toon ik jullie hoe je een patroon maakt.
Ik zal er een maken van een vierkante vorm, maar dit kan evengoed een cirkel zijn of welke vorm je ook maar wenst.
We beginnen met het maken van een nieuw bestand, dit moet niet te groot zijn want in dit bestand gaan we het patroon maken. 5X5 cm is voor dit voorbeeld voldoende.
Vervolgens selecteren we het gereedschap "Rechthoekig selectiegereedscap", en maken een rechthoekige selectie in de afbeelding.
Vervolgens klik je de knop "Nieuwe laag maken", en klik je de sneltoetscombinatie Ctrl+Backspace op je toetsenbord.
Dit zal de selectie vullen met de voorgrondkleur. In dit geval dus zwart.
Vervolgens gaan we dit zwarte vierkant centreren in de afbeelding.
Klik Ctrl + A op je toetsenbord, dit selecteert alles in deze laag (1).
Vervolgens selecteer je het gereedschap "Verplaatsen" (2) en je klikt de knop "Verticaal uitlijnen" (3) en de knop "Horizontaal uitlijnen" (4), in de optiebalk.
Het zwarte vierkant staat nu netjes in het midden van het bestand.
Vervolgens gaan we deze laag kopiëren.
Klik hiervoor de sneltoetscombinatie Ctrl + J op je toetsenbord.
Vervolgens plaats je dit nieuwe vierkant in de rechter benedenhoek van het bestand.
Let er op dat het middelpunt van het vierkant netjes op de linker benedenhoek komt te liggen van het bestand.
Klik hiervoor de knop Ctr + T op je toetsenbord, dan zie je het middelpunt van het vierkant, en gebruik de pijltjestoetsen op je toetsenbord op het vierkant te verplaatsen.
Hetzelfde doen we voor de linker bovenhoek.
Dus eerst Ctrl + J om de laag te dupliceren, en daarna het vierkant op de juiste positie brengen met de pijltjestoetsen.
Hetzelfde doen we nog eens voor de rechter bovenhoek en de rechter onderhoek.
Waarom heb je nu die kwart vierkantjes in elke hoek geplaatst?
Wel dat moet niet, maar je moet je voorstellen, een patroon herhaalt zich steeds, zowel links, rechts, boven en onder. En om niet onderbroken te worden na een herhaling, kunnen we dit op deze manier oplossen.
Dan heb je nu dit:
Vervolgens verberg je de witte achtergrondlaag door het oogicoontje te klikken.
We willen namalijk dat het patroon in spé, een transparante achtergrond heeft.
Klik vervolgens de knop "Bewerken" in de menubalk, en kies "Patroon definiëren" in het drop-downmenu.
In het dialoogvenster dat verschijnt klik je de knop OK.
Het nieuwe patroon is gemaakt, we gaan het nu gebruiken.
Begin met het maken van een nieuw bestand.
Geef deze een achtergrondkleurtje, eventueel met een extra laag waar je een verloop aan toevoegt.
Dit maakt allemaal niet veel uit, het is hem hier enkel te doen een leuke achtergrond te maken.
Ben je tevreden met je achtergrondkleur, klik je de knop "Nieuwe laag maken", en vul je deze nieuwe laag met 50% grijs.
Klik hiervoor de knop "Bewerken" in de menubalk en kies "Vullen" in het drop-downmenu.
In het dialoogvenster dat verschijnt kies je 50% grijs, en klik je de knop OK.
Dan hebben we het volgende:
Dubbelklik de grijze laag
Dit opent het deelvenster "Laagstijl".
Kies de stijl "¨Patroonbedekking", en selecteer het daarjuist aangemaakte patroon.
Je zal dit vinden onderaan in het lijstje.
Eventueel pas je de grootte van het patroon wat aan door de schuifhendel te verslepen van de optie "Schaal".
Hiermee doe je wat je wil.
Klik de knop OK wanneer je tevreden bent.
Stel de overvloeimodus van deze laag in als "Bedekken", of wat je ook maar leuk vindt.
De blokjes in het patroon zien nog steeds zwart.
Dit kun je verhelpen door het effect in het lagenpaneel te dubbelklikken.
Dit opent opnieuw het Laagstijlvenster.
Selecteer het aanvinkvakje "Binneneffecten overvloeien als groep".
Klik de knop OK.
Onze achtergrond ziet er nu al heel anders uit.
Probeer de verschillende overvloeimodi voor deze laag eens uit.
Je zal zien dat er aardig wat verschil tussen de verschillende weergaves ontstaat.
Eventueel kun je nog een laagmasker toevoegen aan deze laag, en op deze manier bepaalde delen van het patroon verbergen.
Je kunt met deze patronen eigenlijk maken wat je wil, het enige wat je nodig hebt is inspiratie.